Een ‘alsof-naam’. Multatuli is een beroemd voorbeeld. Al bij zijn leven wist iedereen wat de echte naam van de schrijver van ‘Max Havelaar’ was, maar toch.
Ook voor bijvoorbeeld de schrijvers Nescio en Piet Grijs was een pseudoniem belangrijk. Legio voorbeelden te noemen.
Ook nu kiezen mensen een pseudoniem als ze dingen opschrijven. Op social media bijvoorbeeld.
Wat ik mij afvraag is waar de grens ligt. De een kiest een pseudoniem omdat het te eng of spannend is om je mening onder eigen naam te geven.
De ander kiest de anonimiteit omdat hij of zij heel goed weet dat je van vuilspuiterij of bedreigingen in de problemen kan komen.
Weer anderen vinden het lekker om vanaf de zijlijn alles te bekritiseren. Als je dat anoniem doet, kan niemand je aanspreken op de zin of onzin van wat je optypt als toetsenbord-ridder.
Ik kijk ook naar kunst die ik niet mooi vind. Zo lees ik ook met regelmaat stukjes van mensen waar ik het niet mee eens ben.
Of die totale onzin uitkramen. Daarmee scherp ik mijn geest.
Maar om hen serieus te nemen, daar moet ik dan wel een beetje moeite voor doen.
En dat is ook wel weer een goede oefening.