Ganzenpoep. Kun je het niet over een serieus probleem hebben, zullen mensen denken. Ze hebben gelijk. Vogelpoep is niet iets om je druk om te maken, dacht ik ook. Toch is ganzenpoep recent verheven tot een nationaal issue. Er zijn Kamervragen over gesteld aan de Minister van Natuur en Stikstof.
Een nieuw kamerlid van de BBB stelde 17 Kamervragen over ganzenpoep. Je stelt een vraag als je iets wil weten, toch? Nou daar zit toch meer achter. Het stellen van vragen is een bevoegdheid van volksvertegenwoordigers. Een middel om de regering te controleren. Kamerleden stellen ook vragen om onderwerpen te agenderen, misstanden aan de kaak te stellen of om hun achterban te plezieren. De Ministers moeten antwoorden en verkeerd informeren van de Kamer is een Haagse doodszonde.
Aan een vraag en een antwoord hangt ook een prijskaartje. De 17 vragen over ganzenpoep gaan de belastingbetaler bijna 64.000 euro kosten. En dan gaat het een serieus onderwerp worden, of niet? We nu gaan geen 17 Kamervragen doornemen, maar het gaat om het stikstofprobleem. Topprioriteit voor de BBB. Wat is de bijdrage van de ganzenpoep aan het stikstofprobleem? Weet de Minister dat? Moet dat geen aanleiding zijn om het ganzenprobleem aan te pakken en het stikstofbeleid te herzien? Even in m’n eigen woorden samengevat.
Ik kan gelijk wel antwoorden. De Minister weet dat. Een paar jaar geleden heeft het RIVM daar over gerapporteerd. Iedereen kan dat weten of nazoeken. 1,5 % van de stikstof komt van wilde dieren. Niet alleen van ganzen. Alle poep van ganzen, zwanen, fazanten, hazen, reeën, wolven, eenden, die enkele patrijs die we nog hebben en alle andere wilde dieren bij elkaar maakt 1,5 %. Dat betekent dus dat 98,5 % van het stikstofprobleem voor rekening van boeren, burgers en bedrijven komt. Waar kun je dan het beste je aanpak op richten? Op ganzen? Dat zou niet mijn keuze zijn.
En dan past nog een kanttekening bij die 1,5 % afkomstig van wilde dieren. Met die poep wordt geen stikstof in het milieu gebracht. Ganzenpoep voegt niks toe. Die beesten eten gras of andere planten, ze nemen de stikstof via eiwitten uit die planten op. Daar groeien ze van en een deel van de stikstof komt via de uitwerpselen weer in het milieu. Ze brengen de stikstof die er al is in omloop. Ganzen spelen gewoon hun rol in de natuurlijke stikstofkringloop.
Iets anders is natuurlijk de schade die boeren ondervinden door ganzenvraat. Als je een mooi gewas hebt staan en een paar honderd ganzen komen de boel opvreten, dan is dat frustrerend. Dat is wel een serieus probleem en dat begrijpt iedereen. Dat hebben we dan ook netjes geregeld in ons land. Er is een schadefonds en boeren kunnen daar een redelijke vergoeding uit krijgen bij wildschade. Ook dat komt voor rekening van de belastingbetaler. Ik lever met plezier mijn aandeel daarin.
Maar voor het stikstofprobleem moet je niet bij de ganzen zijn. Dat komt van de uitstoot van bedrijven, het verkeer en de landbouw. Om de grootste vervuilers maar even te noemen. Voor de veehouderij importeren we enorme hoeveelheden stikstof via veevoer. Planten die elders op de wereld groeien nemen daar stikstof op uit de bodem. Als veevoer komt het naar ons land en dat stoppen we in de miljoenen varkens, kippen, koeien en andere dieren die we houden. De mest die dat oplevert, brengen we niet terug naar het land van herkomst. Nee dat rijden we hier over het land.
Dan doen we er nog een schepje bovenop met kunstmest. Ten koste van heel veel energie stoppen we in een fabriek stikstof in kunstmest en ook dat gaat over het land. Bij elkaar is er sprake van een grote overbemesting en ongeveer de helft van de stikstof die op het land wordt verwerkt, lekt weg naar het milieu. Dat is een bedreiging voor de bodem, de natuur, het grondwater, het oppervlaktewater en het drinkwater.
Ganzen hebben daar part noch deel aan. Het zijn echt de mensen die het doen. Zouden ze dat echt niet weten bij de BBB? Dat kun je je toch bijna niet voorstellen. Maar ja, waarom vragen stellen als je het antwoord al weet. Mijn advies aan de BBB: pak het stikstofprobleem aan en richt je op de drie B’s: Boeren, Burgers en Bedrijven.