Beluister hier de column

Boeren zijn vogelvrij. Ze worden onvoldoende beschermd door de overheid. En ook de landbouworganisaties laten het afweten. Veel boeren werken met gif. Landbouwgif. Langetijd bestrijdingsmiddelen genoemd. Bestrijdingsmiddelen, dat klonk negatief. Dus er kwam een charme offensief. We moesten het gewasbeschermingsmiddelen gaan noemen. Gewasbescherming klinkt vriendelijker, maar het blijft gewoon gif. En dat is gevaarlijk, zeker voor de mensen die ermee werken. Zij worden bovengemiddeld blootgesteld en dat geeft risico’s voor hun gezondheid.

Een recent bericht in de krant onderstreepte dat nog eens. Een Franse vruchtbaarheidskliniek had onderzoek gedaan naar sperma. In 55 % van de spermamonsters kwamen hoge concentraties glyfosaat voor. Glyfosaat is een veel gebruikt onkruid bestrijdingsmiddel. Bij de boeren die aan het onderzoek meededen was het 96 %. Bijna alle boeren hebben dat gif dus in hun sperma. Lijkt me niet gezond. Wereldwijd daalt de vruchtbaarheid en onderzoekers vermoeden dat blootstelling giftige chemicaliën een belangrijke oorzaak is.  En dan ieder nieuw leven begint met een zaadcel en zo’n giftige start moet je niet willen, volgens mij.

Sommigen zullen misschien zeggen: Dit is in Frankrijk. En dat klopt, maar in Nederland ligt het gebruik van bestrijdingsmiddelen fors hoger dan in de Frankrijk. We hebben het hier alleen nog maar over 1 onkruidbestrijdingsmiddel. Onderzoek van de inhoud van stofzuigers van boerengezinnen leverde het schrikbarende getal op van 144 verschillende bestrijdingsmiddelen. Wat doet dat met een baby die daar over de vloer kruipt, vraag je je dan af.

Levensgevaarlijk. En veel boeren zijn daar niet van doordrongen. Vroeger kwam ik voor mijn werk ook bij boeren om de bestrijdingsmiddelenwet te controleren. Men had veel vertrouwen in de overheid op het punt van bestrijdingsmiddelen. De stelling was: het is door de overheid getest en goedgekeurd. Dus het is veilig. Nou, daar is het nodige op af te dingen. Er is een college voor de toelating van bestrijdingsmiddelen. Maar die testen niet zelf. Ze gaan af op de onderzoeken die fabrikanten van de middelen doen. Dat is op zichzelf al reden voor argwaan. Als ze dan ook nog onderzoek van de Wereld Gezondheidsorganisatie uitsluiten, terwijl daaruit blijkt dat een middel mogelijk kankerverwekkend is. Dan is mijn vertrouwen weg.

Terecht bleek recent. De Nederlandse overheid kreeg een flinke  tik op de vingers van het Europese hof van justitie. De toelating van bestrijdingsmiddelen deugt niet. De wettelijke regels zouden niet zijn nageleefd. Het college voor de toelating moet alle schadelijke effecten beoordelen en ook de meest recente wetenschappelijke en technische kennis in overweging nemen. We zien tegenwoordig meer uitspraken van rechters over bestrijdingsmiddelen. Bijvoorbeeld een verbod op de teelt van lelies bij woningen. Op lelies wordt extreem veel gif gebruikt. Teveel risico voor de gezondheid van bewoners. Ja en wat te denken van de gezondheid van mensen die met het gif werken. Daar zouden landbouworganisaties toch voor op de bres moeten staan? Dat gebeurt dus niet. Het zijn bewonersgroepen en milieuorganisaties die dit soort procedures aanspannen.

En de overheid? Die leunt achterover. In het gunstigste geval, want vaak laten ze zich leiden door de lobby van de bestrijdingsmiddelen industrie. Sterker nog kort geleden torpedeerde de Tweede Kamer onder aanvoering van de BBB Europese wetgeving om het gebruik van bestrijdingsmiddelen terug te dringen. Euforie was er in BBB kringen over dit resultaat. Over de gezondheid van boeren heb ik niemand gehoord. Speelt geen rol. Ongehoord.

Parkinson is een snel groeiende ziekte. Vooral onder boeren. De aanwijzingen dat blootstelling aan bestrijdingsmiddelen een oorzaak is, worden steeds sterker. In Duitsland is Parkinson kort geleden erkent als beroeps ziekte bij boeren en tuinders. Wie door Parkinson minder kan werken, kan een aanvullende uitkering krijgen als hij minimaal 100 dagen met bestrijdingsmiddelen gewerkt heeft. In Frankrijk en Italië is het al langer erkent als beroepsziekte. In Nederland nog niet. Gesteld wordt dat  in ons land de landbouwgebieden kleiner zijn en dat boeren dus ook ziek kunnen worden van gifstoffen uit de industrie. Eerst moet er nog nader onderzoek gedaan worden. Onbegrijpelijk, er is toch nog zoiets als het voorzorgsprincipe. Je zou toch eerst zeker moeten weten dat een middel niet schadelijk is voordat het gebruikt mag worden. Onbegrijpelijk dat de gezondheid van boeren en hun gezinnen minder prioriteit heeft dan de winsten van bestrijdingsmiddelenfabrikanten