Natuur is belangrijk. Voor veel mensen is dat een open deur. Heel veel mensen zetten zich als vrijwilliger in voor de natuur. En ik heb nog nooit iemand gesproken, die zei dat natuur onbelangrijk was. Wel mensen die vonden dat aardappels en tarwe ook natuur waren. Hoe je het ook wendt of keert mensen zijn onderdeel van de natuur. Afhankelijk van natuurlijke processen voor een gezonde leefomgeving. Toch komt het natuurbelang bij de overheid altijd achteraan.
Bij de bouw van een nieuwe wijk zijn de vierkante meters te duur om iets aan natuur te doen. Datzelfde geldt bij de aanleg van wegen. Bij het waterbeheer staat het landbouwbelang voorop. Nu bungelt ook in de naam van het ministerie natuur achteraan. In het stikstof beleid krijgt de natuur de schuld en wordt er serieus gepleit voor minder natuurgebieden. Mensen die opkomen voor de natuur en daarvoor protestacties voeren, krijgen er van langs. Het ziet ernaar uit de overheid er geen probleem mee heeft om onze democratische rechten aan te tasten. Om die lastposten een spreekwoordelijk kopje kleiner te maken. Natuur is een ondergeschoven kindje in het overheidsbeleid. Dat terwijl natuur een wezenlijk onderdeel is van een gezonde leefomgeving. Een grondrecht, waar de overheid gewoon voor moet zorgen.
Helaas zien de kiezers dat anders als ze in het stemhokje staan. Natuur heeft dan weinig prioriteit, maar het verandert. Er zijn duidelijke signalen van een kentering. Bijvoorbeeld het kabinet wilde natuur inclusief bouwen afschaffen. Dat gaat om zaken als broedgelegenheid voor Gierzwaluwen en Huismussen in nieuwe woningen. Daar kwam verzet tegen. Van natuurbeschermers, vanzelfsprekend. Maar ook van bouwbedrijven. Allerlei vormen van natuur inclusieve landbouw maken een stormachtige ontwikkeling door. Het aantal bedrijven dat zich richt op “duurzaamheid” groeit en groeit. Artsen hebben ontdekt dat natuur en gezondheid hand in hand gaan. De gezondheidszorg wordt meer natuur inclusief. Dierenartsen idem dito. Allemaal initiatieven van onderop. Het gebeurt. En het overheidsbeleid? Dat komt achterop. Wetgeving werkt soms belemmerend, maar de ontwikkeling is niet te stuiten.
Recent kwam er weer zo’n signaal dat het tij keert. De Wageningen Universiteit publiceerde een onderzoek naar vrijwilligerswerk voor de natuur in ons land. Uit dit groots opgezette onderzoek kwam naar voren dat 34 % van de respondenten vrijwilligerswerk deed in de natuur. Dat komt overeen met zo’n 5 miljoen volwassen Nederlanders. Miljoenen zijn dus actief voor en in de natuur. De meesten ruimen zwerfvuil op. Maar ook beheer en onderhoud van natuurterreinen en bomen en tellingen van planten en dieren scoren hoog.
Iets voor de natuur doen is vaak de drijfveer van de vrijwilligers. Maar ook lekker buiten bezig zijn en de eigen gezondheid zijn een motivatie om aan de slag te gaan. Het sociale aspect komt ook nadrukkelijk uit het onderzoek van Wageningen Universiteit naar voren. En dat herken ik zeer. Ik doe zelf al zo’n 50 jaar vrijwilligers werk in de natuur. Vaak in m’n eentje, maar ook in groepen. En met andere mensen iets positiefs bijdragen aan de leefomgeving geeft een goed gevoel. Werken aan een gezamenlijk doel geeft een sfeer van verbondenheid en dat ervaar ik en velen met mij als bijzonder motiverend.
Als je die initiatieven en die massale inzet op een rijtje ziet, dan kun niet anders dan concluderen, dat er een beweging op gang is. Een beweging die het belang van natuur naar een hoger niveau tilt. Hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans spreekt van een onderstroom. Een onderstroom die onmiskenbaar leidt tot structurele veranderingen. En volgens hem is het kantelpunt niet ver weg. De chaos met acties van voor en tegenstanders en in de politiek hoort daar gewoon bij volgens deze deskundige. De politiek zal ook gewoon mee moeten, anders verdwijnen ze als sneeuw voor de zon.
Mensen die de natuur een warm hart toedragen kunnen soms moedeloos of zelfs depressief worden van het gedoe in de Haag en nu in de Verenigde Staten. Deze onderstroom bezien geeft de burger moed. En hoop op een betere toekomst. Daar moeten we, ook als vrijwilligers, ons voor blijven inzetten. Dat zijn we verplicht aan onze kinderen en kleinkinderen. Zij hebben ook recht op een gezonde leefomgeving.