02-08-2019 Beluister de column hier

Er loopt een persoon op straat in een zwart gewaad welke het gehele lichaam bedekt.  Alleen ter hoogte van het onzichtbare gezicht bevindt zich een klein dun streepje. Een zwart gaasje bedekt de ogen van de persoon binnen in de boerka, want zo heet een dergelijk gewaad.  Was ik bang bij het zien van deze wandelende hoop kleding? Niet bepaald, ik werd juist heel nieuwsgierig.  Wat ik dacht?  Nou, als die kleding niet zwart maar rood gekleurd was dan zou je er zo je brief of ansichtkaart instoppen, net een ouderwetse mobiele brievenbus. Inderdaad, een hele rare gedachten maar het was wel het eerste wat bij mij opkwam.

Nou is het niet mijn dagelijkse, zelfs niet mijn jaarlijkse gewoonte om onbekende personen zomaar op straat aan te spreken maar mijn nieuwsgierigheid won het van mijn fatsoen. Maar hoe spreek je een persoon aan van wie je niet weet of het een man of een vrouw is.

Inderdaad, het zou zo maar een man kunnen zijn, sterker nog… misschien wel een in een boerka verklede IS terrorist uit Syrië die op weg was met een bomgordel onder zijn kleding naar het treinstation om zichzelf daar tussen de wachtende treinreizigers op te blazen om zoveel mogelijk slachtoffers te maken in de naam van de Islam en van Allah. Mijn fantasie sloeg volledig op hol want het zou ook een vrouw kunnen zijn onder die boerka met een ander minuscuul gordeltje om haar verder nagenoeg naakte lichaam.

En nu niet hypocriet vanachter uw radio roepen dat ik een perverse idioot ben die opgepakt en opgesloten moet worden want als dat zo is dan zitten de gevangenissen in Nederland vol.

Zoals gezegd besloot ik de wandelende zwart stoffen persoon aan te spreken en zo ontstond de navolgende dialoog;

IK: ‘Goedemiddag,  neem mij niet kwalijk dat ik u aanspreek, maar mag ik u iets vragen?’

ZIJ: ‘Natuurlijk, waarmee kan ik u van dienst zijn’ zo klonk vanuit het brievenbusgaatje een jonge vrouwenstem.

IK: ‘Het is zo ontzettend warm, méér dan 35 graden zo zeggen ze op de radio, Heeft u het niet ontzettend warm onder uw donkere kleding?’

ZIJ: ‘Vermoedelijk minder dan u want zwart stoot de zonnestralen af en u heeft een geel shirt aan.’

IK: ‘U praat plat Rotterdams, u bent hier geboren?

ZIJ: Inderdaad meneer, op Avenue Concordia in Hillegersberg en u?’

Ik raakte van slag, had haar andere dingen willen vragen als ‘waarom draagt u een boerka? Doet u dat vrijwillig, wordt u onderdrukt?’ Maar op dat moment werd ik zachtjes op mijn schouder getikt en een Turks uitziende man met snor knikte mij vriendelijk toe en zei: ‘Vindt u het goed dat ik met mijn vrouw verder loop. We hebben over een kwartiertje een afspraak in het ziekenhuis. Mijn vrouw is zwanger ziet u en ze moet voor controle dus willen we wel op tijd zijn’ zo klonk het bijna excuserend. Beiden zeiden vriendelijk gedag en liepen verder de Dordtselaan af richting het Rotterdamse  Ikazia ziekenhuis.  Ik keek het stel na. De man liep, zo constateerde ik met onwetende verbazing en vol vooroordelen,  een paar meter achter zijn vrouw aan met twee zware tassen, want ze waren eerst nog op de markt op het Afrikaanderplein geweest voor verse groeten zo had de man mij nog verteld.

Vorige week brandde in de pers en op social media de discussie los over het boerkaverbod en de handhaving daarvan n.a.v. een wijkagent die had aangegeven boerka-dragers gewoon aan het politiebureau te blijven ontvangen en de directeur van de openbaarvervoermaatschappij RET die, net als de politie,  liet weten dat handhaving van de nieuwe wet geen prioriteit is en feitelijk ook niet te handhaven valt vanwege de beperkte mogelijkheden daartoe.

Ik moest denken aan de vrouw die ik had aangesproken, een rasechte Rotterdamse die haar kindje moest krijgen. Wat als er wel gehandhaafd gaat worden en de vrouw het ziekenhuis niet in mag. Moet zij dan thuis bevallen, ook als het een gecompliceerde bevalling is? Geen wet kan bedoeld zijn om mensen te doden en dat is wat dan wel zou kunnen gebeuren. Ik hoor het sommige van mijn Facebook “vrienden” al zeggen: ‘Eigen schuld, moet ze maar die boerka uitdoen. Wat is eigenlijk ons probleem? Is het de angst? Angst voor een ander geloof of angst vanwege de veranderingen die over ons heen komen. Ik ben ook bang. Bang dat er nimmer sprake zal zijn van echte vrede op aarde en in de mens slechts onbehagen.