Beluister hier de column

Als babs, bijzonder ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam, maak ik de leukste, mooiste maar ook vaak de meest trieste momenten in het leven van een toekomstig bruidspaar mee. Ik heb inmiddels 125 huwelijken gesloten en geen was hetzelfde. Elk bruidspaar bleek uniek.

Het mooiste aan het zijn van babs vind ik het kennismakingsgesprek thuis bij het veelal jonge koppel maar ook oudere stellen. Een enkele keer heb je daar zelfs geen mogelijkheid of tijd voor zoals bij een kosteloos, eenvoudig of terminaal huwelijk. Je ziet het bruidspaar dan pas op het moment zij de trouwzaal binnen komen lopen en dan toch moet en wil je hen met dezelfde egards behandelen ook al is de tijd die voor een dergelijk huwelijk beschikbaar is beperkt. Nog niet zo heel lang geleden heb ik voor de derde keer in mijn leven als babs een stel mogen trouwen waarvan bij het sluiten daarvan al bekend was dat het om een zeer korte aardse verbintenis ging. Iemand trouwen, letterlijk op haar sterfbed, ja alle drie de gevallen ging het om een stervende vrouw, is niet alleen heel bijzonder maar ook heel mooi en dankbaar om te mogen doen. Je vervuld namelijk tevens iemands laatste wens. Als je dan een paar dagen of weken later de rouwkaart ontvangst dan moet je wel even slikken en een traantje wegpinken. Maar allemachtig wat voel ik mij op zo’n moment een bevoorrecht persoon dat je zoiets mag doen.

Thuis bij het aanstaande bruidspaar kom je als vreemdeling binnen maar ga je in 9 van de 10 gevallen als vriend weer de deur uit. In 5 kwartier tijd krijg je hun hele levenswandel te horen inclusief de leuke anekdotes maar ook vaak de meest schrijnende ervaren situaties. Want wat te doen met een bruidegom wiens vader minder dan 6 weken daarvoor is overleden en hoe ga je om met een ‘gevalletje van incest’ welke na 25 jaar tijdens het voorgesprek plotseling en uit het niets naar boven komt? Maar meestal verloopt het gesprek op een meer dan open en gezellige wijze waar ik zelf heel veel positieve energie van mee krijg. Dat is ook mijn belangrijkste beloning want van de kleine belediging die de gemeente vergoeding noemt, wordt alleen de belasting er beter van.

Zoals gezegd, elk huwelijk heeft zo zijn eigen dynamiek, z’n eigen charme en z’n eigen eigenaardigheden. Maar het allermooiste huwelijk welke ik in al die jaren heb mee mogen maken is toch wel het huwelijk van mijn eigen zoon. Nee, ik heb hem niet zelf mogen trouwen. Dat voorrecht was weggelegd voor de op 1 na beste trouwambtenaar ter wereld, mijn collega Aad Stoop. Natuurlijk had ik hem graag willen trouwen maar er was een zeer goede reden om het niet te doen. ‘Jij bent de beste trouwambtenaar die er is. Maar je bent ook de beste vader die ik ken. Ik wil daarom dat je er ook echt bij bent als mij pa en niet als mijn ambtenaar.’ Daar kon en wilde ik niets tegenin brengen. Toen Tom met zijn vriendin Iwona in september van dit jaar in de tuin van het statige Bilderberghotel in hartje Rotterdam in het huwelijk trad zat ik erbij en keek ik ernaar. Vervuld van trots en overmand door innerlijke emotie hoorde ik mijn kleine ventje van 33 jaar het ‘ja’   woord uitspreken. En bij het feliciteren biggelde er een traan over mijn wang, een zoete traan van geluk. Ik ben nu niet alleen bijzonder ambtenaar van de burgerlijke stand, maar ook ervaringsdeskundige want nu ook weet ik hoe het voelt om als vader je kind te zien trouwen. Sinds 14 september 2019 voel ik bij elk huwelijk dat ik sindsdien heb afgesloten wat het is om als vader je kind daar te zien staan. En vanaf dat moment ben ik niet langer zomaar een babs maar de vader van de burgerlijke stand van de gemeente Rotterdam!