Beluister hier de column

Lieve mensen, nog zes nachtjes slapen, dan mogen wij weer naar de stembus. De stempas is al lang bezorgd. De meesten van ons hebben inmiddels het enorme papier ontvangen met alle partijen en kandidaten. De keuze is ruim om het maar zachtjes te zeggen. Bij het openvouwen dacht ik aan de beroemde dichtregel uit “Jantje zag eens pruimen hangen”, van Jacob van Alphen. “Aan een boom zo volgeladen mist men één twéé pruimpjes niet”. Dat slaat in dit verband nergens op want Jantje bedenkt dit om een paar van die vruchten te kunnen stelen en uiteindelijk doet hij dat niet. Aan de andere kant: een beetje minder was ook goed geweest. Denk overigens niet dat het vroeger heel veel anders was. Aan de eerste Kamerverkiezingen met algemeen mannenkiesrecht deden niet minder dan negentig partijen mee. Men heeft toen geprobeerd dat een beetje in te dammen door een waarborgsom te eisen. Partijen kregen die alleen maar terug als ze minstens de helft van de kiesdrempel haalden. Zo werd voorkomen dat zes vrolijke gasten aan de stamtafel met een slok op besloten zich onder een partijnaam als kandidaat te laten inschrijven.

Nou, dat heeft niet spectaculair geweldig geholpen, dat kunnen we van de week wel zien. Nu doet zich wel de vraag voor: hoe komt het dat er zoveel lijsten zijn ingediend? We hebben de neiging dat aan “de politiek” te wijten maar misschien moeten we toch allereerst naar ons zelf kijken. De verdeeldheid in de politiek – al die minifracties in  parlement,  staten en niet te vergeten gemeenteraad, brengen de verwarring tot uiting waarin onze samenleving verkeert. Vroeger had je een paar grote machtsblokken die een min of meer duidelijk beeld hadden van waar het heen moest met ons land. Dat was gebaseerd op een even duidelijke levensbeschouwing waar niet aan te tornen viel. Op basis daarvan kwamen de politici van destijds tot praktische oplossingen en daarom waren ze ook tot samenwerking en compromissen bereid. Nu geeft de verdeeldheid weer dat we met zijn allen de weg zijn kwijt geraakt. We zien nog steeds veel welvaart om ons heen maar tegelijkertijd neemt de armoe toe en je weet niet wanneer en waarom je straks zelf aan de beurt zult zijn. Duidelijke uitwegen zijn er niet, wel allerlei dreigingen: van besmettelijke ziektes tot Vladimir Poetin. Je kunt het tegenwoordig in de Nederlandse politiek redelijk ver brengen als je zondebokken aanwijst en dan zegt: “Die zijn de schuld. Jaag ze weg. Dan wordt alles weer goed”. Je gooit net zo goed hoge ogen als je openlijk weg kijkt van  de grote bedreigingen in onze tijd. Je wilt niks weten van de stikstofonzin. Je hebt al lang tabak van het  klimaatgeneuzel. CO2, praat me er niet van. Voor jou geen vaccinatie en al dat covid-gedoe was van het begin af aan allemaal nep.

Achter deze stoerheid verschuilt zich in feite paniek. De problemen zijn te groot om met je beperkte brein te behappen. Daarom doe je maar of ze niet bestaan.

Veel mensen zullen komende woensdag thuis blijven. Zij willen niet geconfronteerd worden met hun eigen angst en paniek. Natuurlijk: voor zichzelf hebben ze daar een argument voor dat deze werkelijkheid verhult: ze geloven niet meer in de politiek. Ze willen van die wereldvreemde neuzelaars niets weten. Enzovoorts. Dat is allemaal zelfbedrog. Ze geloven niet meer in zichzelf. Dat is de kern van de zaak. Wees anders. Denk maar: so oder so ist das Leben Zarah Leander https://www.youtube.com/watch?v=-3I-VkwVCE8