Lieve mensen, zaterdag vond ik een anonieme maar wel officieel ogende enveloppe in de bus. Dat is zelden goed nieuws maar ditmaal viel het geweldig mee. Er zat een stembiljet in, een toelichting en enveloppen om schriftelijk te stemmen want in ben boven de zeventig en dan behoor je tot de risicogroepen. Dat stembiljet is een enorme lap papier. We hebben de keuze uit niet minder dan 35 partijen waarvan zeker de helft serieus kans maakt om de Tweede Kamer te halen.
Nog nooit hebben zoveel mensen getwijfeld over welk hokje ze precies rood gaan maken. Dat althans beweren de opiniepeilers. Tegelijkertijd meten zij geen spectaculaire veranderingen. Hier en daar wordt het een onsje meer of minder maar de VVD blijft de grootste partij, zij het met nog geen kwart van de stemmen, en de meeste Nederlanders geloven dat premier Rutte berekend is voor zijn taak. Zoals het er nu naar uitziet kan de huidige coalitie in grote lijnen doorgaan. Corona heeft niet alleen het maatschappelijk leven maar ook de politieke verhoudingen bevroren.
Zaterdag zag ik een cartoon van Ruben Oppenheimer. Rutte wandelt in de gedaante van de Verlosser over het water van de Hofvijver en steekt verdrinkende kiezers de hand toe. Of is het slechts een zegenend gebaar? Dat blijft een beetje in het midden.
Rutte heeft gezegd dat er zo snel mogelijk na de verkiezingen een Nationaal Herstelplan moet komen. Na de verkiezingen? Waarom legt hij dat niet nu al voor? Dan hebben we wat om voor of tegen te kiezen.
Ik neem het de politieke partijen ernstig kwalijk dat zij in plaats van de gebruikelijke hobbies en wenselijkheden geen van allen zo’n herstelplan presenteren. Op het moment zijn we met zijn allen bezig onze gezamenlijke welvaart op te offeren aan onze gezondheid. Daar zijn wellicht goede redenen voor: wat het zwaarst is moet het zwaarst wegen. Toch gaan we nu massaal akkoord met maatregelen waarvan de gevolgen ons grote problemen gaan bezorgen. Ik noem maar wat: faillissementen, ontslagen, schuldenbergen die niet meer te overzien zijn, werkloosheid, dakloosheid, verarming. En dat terwijl er een klimaatcrisis op ons af komt en we bezig zijn met een energietransitie, die veel kostbaarder uitvalt en veel langer duurt dan ons was voorgespiegeld. Ook heeft de woningnood weer de vormen van vlak na de Tweede Wereldoorlog aangenomen. Wij stellen de gevolgen van de lockdowns uit met steunmaatregelen maar ooit zijn ze niet meer te negeren. Om in de termen van Ruben Oppenheimer te blijven: welke verlosser zal ons dan met welke boodschap van de maatschappelijke verdrinkingsdood redden?
Wij weten het niet. We worden zoet gehouden met discussies over symbolische punten: hoort kernenergie erbij? Hoort kernenergie er principieel niet bij? Hoort kernenergie er een beetje bij? Hoort kernenergie er eigenlijk niet bij? Ik zag hoe Kees van der Staaij lang werd doorgezaagd over de doodstraf terwijl Lilian Marijnissen vragen moest beantwoorden over het gebruik van de woorden ‘blank’ en ‘wit’. Zo worden de kiezers in het ongewisse gehouden over hoe de partijen de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog te lijf willen gaan. Dat merken we blijkbaar wel als we na het uitbrengen van onze stem weer opgehokt zitten in onze huizen omdat de avondklok helaas nog nodig is.
Mijn vertrouwen in de politieke partijen, alle politieke partijen, heeft daardoor een extra deuk gekregen. Dat mag U gerust weten. Neem zo’n Hoekstra die naar de horizon schaatste onder de leuze “En nu doorpakken”. Wat betekent dat nou? Stel je voor dat er bij zijn konterfeitsel stond “Kalmpjes aan. Dan breekt het lijntje niet”? Komt toch gauw. Kijk, daar verdwijnt hij in de mist. Je gaat haast denken: ze weten het zelf ook niet. Ze hebben geen idéé. Straks proberen ze door te schaatsen als het ijs al lang gesmolten is.