Beluister hier de column
Nou lieve mensen, ik heb het geprobeerd maar het is uiteindelijk toch mislukt. Als wij niet naar het Coronavirus komen dan komt het Coronavirus wel naar ons. Ook in Zuid-Holland heeft het zich inmiddels gevestigd. Wij moeten allemaal ons best doen om het op een afstand te houden door onze handen te wassen en voor het overige zoveel mogelijk normaal te doen.
Maar onder die normaliteit zitten allemaal ontwikkelingen die ons gaan raken. Neem bijvoorbeeld de teruggang van de economie. Steeds meer bedrijven merken dat zij klanten missen of bestellingen of allebei. Het is inmiddels weer gewoon geworden dat werkgevers voor hun personeel deeltijd-ww aanvragen net als tien, twaalf jaar terug tijdens de vorige crisis. Die economische teruggang heeft vooral te maken met een bepaald soort adviezen en bevelen waarmee steeds meer mensen worden geconfronteerd: we moeten een beetje afstand van elkaar nemen. Vrijdagavond adviseerde het RIVM Brabanders met een koutje onder de leden om voor de zekerheid maar thuis te blijven en het contact met anderen te mijden. Ze mochten natuurlijk wel naar de supermarkt maar drukbezochte bijeenkomsten bezoeken, nou nee. Zo valt op een breed front de klandizie weg. Verleden week moest ik een paar dingen nodig afmaken zodat ik de deur niet uitkwam. Dat merkte ik meteen in mijn portemonnee. Laat staan wat er gebeurt als de komende twee maanden mensen massaal thuisblijven.
En dat kan – als het zo doorgaat – makkelijk gebeuren.
Wat moet je dan doen? We hebben daar als land weinig ervaring mee. De laatste grote epidemie is al van meer dan een eeuw geleden. In 1918 woedde de Spaanse griep. In sommige plaatsen zoals Yerseke lag een derde van de bevolking in bed. En het kon gemakkelijk verkeerd aflopen want patiënten werden vatbaar voor longontsteking net als nu met corona. Alleen bestonden er toen geen antibiotica zodat de patiënten hun longontsteking met de eigen antistoffen moesten zien te overwinnen. Dat lukte lang niet altijd. Er volgde een zogenaamde crisis waarbij de koorts enorm steeg tot zeker 42 graden. Dan was het erop of eronder. De patiënt overleed of knapte heel snel weer op. Veel meer dan bidden kon de familie dan niet doen.
Voor eerdere voorbeelden moet je op zoek naar epidemieën van cholera en de pest. Dan zie je hoe de gezonden proberen op een zo groot mogelijke afstand van de zieken te blijven. Wie het kon betalen, ging ergens op een landgoed zitten ver van de besmettingshaarden. En daaraan ontleen ik een tip voor als het maatschappelijk leven stil mocht vallen.
Tijdens de grote pestepidemie van 1349, waarbij een derde deel van alle Europeanen omkwam, namen drie edele heren en zeven even edele vrouwen de vlucht uit Florence om zo aan de ziekte te ontsnappen. Ze zaten op een geïsoleerd kasteel en om de tijd te doden, vertelden ze elkaar verhalen. De schrijver Giovanni Boccaccio schreef ze op in een wereldberoemd boek, de Decamerone. Dat betekent tien dagen, want in tien dagen vertelden de leden van het gezelschap elkaar honderd verhalen. De edele dames behoorden niet tot het blozende type want deze verhalen zijn vaak buitengewoon ondeugend met een heleboel seks erin. Boccaccio nam de gelegenheid te baat om schijnheiligheid en valse vroomheid te ontmaskeren. Een paus heeft het boek dan ook op de index gezet, de lijst van boeken die katholieken niet mochten lezen en daar heeft het meer dan drie eeuwen opgestaan. Katholieken kennende – ik ben er zelf een – was plaatsing op die index juist een aanbeveling. Hoe dan ook: dit is mijn tip. Als je met elkaar thuis zit om de besmetting tegen te houden, beoefen dan een oude kunst. Leer van Boccaccio: ga elkaar verhalen vertellen.