Beluister hier de column

Lieve mensen, wat hebben Dordrecht en en de Zuid Koreaanse stad Samcheok gemeen? U mag drie keer raden en dan weet U het nog niet. Daarom zal ik het antwoord meteen geven: Dordrecht en Samcheok hebben allebei een piemelpark. Daarmee houdt de vergelijking meteen op want deze gelijksoortige parels aan de stedelijke kroon hebben wel een heel verschillende achtergrond.

Samcheok is een vissersplaats. Op een kwade dag verdronk een jonge bruid in zee nog voor de huwelijksnacht was aangebroken. De onbevredigde geest van het meisje zorgde er voor dat de netten leeg bleven. Daar kwam kort verbetering in toen een visser de zonde van Onan bedreef en zijn zaad in de golven stortte. De autoriteiten van Samcheok besloten zich niet afhankelijk te maken van geile vissers en de zaak structureel aan te pakken. Om de geest van de bruid tot rust te brengen bouwden zij een heel park met natuurgetrouwe piemels in vele maten en soorten. Sindsdien zitten de netten weer vol. En voor de coronatijd was Samcheok een belangrijke toeristische bestemming.

De achtergrond van het Dordtse piemelpark is heel anders. Veel minder romantisch. In het kort gezegd is het er vanzelf gekomen. Het is zo gegroeid. U vindt dit ongetwijfeld een onbevredigende verklaring en daarom vertel ik toch het lange verhaal.

Toen in 1971 het Refaja ziekenhuis was voltooid, bood de directie Dordrecht een geschenk aan: de kunstenaar Hans Petri ontwierp op een steenworp afstand een zogenaamd fonteinlandschap. In en rond een vijvertje verrees een aantal betonnen zuilen die water spoten. De Dordtenaren, doopten het monument al snel om in het piemelpark. En dat voor het cadeau van een keurig protestants christelijk ziekenhuis, want Refaja is Hebreeuws en  betekent zoiets als “de here zal genezen”.

Het bleek een dure liefhebberij, niet alleen voor de gevers maar ook voor de ontvangers. Na een aantal jaren ging het pompwerk kapot dat de fonteinen liet spuiten. Reparatie zou een kwart miljoen euro kosten. Dat had de gemeente er niet voor over en men verloor het piemelpark uit het oog. Een asfaltvloer begon te scheuren. Het gewas schoot hoog rond de piemels op.

Het Refaja complex is na bijna een halve eeuw trouwe dienst verlaten. Er komen huizen. Het zou eventueel kunnen dat het piemelpark dan weer in zijn oude glorie wordt hersteld omdat het geen gezicht is als entree tot een wijk met dure koopwoningen. Tot die tijd blijft alles bij het oude.

Het is te hopen dat het zo niet afloopt. De gemeente Dordrecht dient haar beleid van verwaarlozing voort te zetten, want het leert daarmee niet alleen de eigen gemeenschap maar ook onze hele streek van Leidschendam tot Ouddorp een leerrijke les waar we allemaal ons voordeel mee kunnen doen: vaak is het beter de zaken op hun beloop te laten, vooral als de kas leeg is.

Het piemelpark is namelijk een wonder van natuur in de stad geworden. Rond de piemels bloeit een veelzijdige vegetatie . Je zou zeggen: dat vijvertje wordt een modderpoel maar allerlei planten en dieren houden het water door hun interactie hartstikke helder. De betonnen zuiltjes, de piemels, zorgen voor een wonderlijke harmonie. Het is vanzelf goed gekomen. Door de tand des tijds is het monument in zijn voordeel veranderd.

Dit is een tijd van handhaven en regels stellen, lieve mensen, van beheersing. Maar vaak komen  zaken vanzelf goed. In mijn eigen stad Schiedam zie je ook zo iets. Daar loopt men al twintig jaar te kloten met de Hoogstraat, ooit de belangrijkste winkelstraat van de binnenstad. Had geen enkel effect. Ondertussen krijgt de straat door de komst van nieuwe ondernemers een onmiskenbaar Latijns en Zuid-Europees karakter. Dat gebeurde zomaar. Vind niet steeds opnieuw het wiel uit. Werk met de genade mee en alles komt goed. Dat is de les van het Dordtse piemelpark.