Beluister hier het programma via Programma Gemist 

Eigenlijk wilden we een dag of veertien naar Berlijn, lieve mensen maar daar heeft Corona een stokje voor gestoken. We moesten ons dus behelpen. Op ons beider verjaardagen aten wij Duitse biefstuk. Dezer dagen vertelde mijn lief dat zij nooit van haar leven in Oud Beijerland was geweest. Ook daar komt een B in voor. Net als Buenos Aires trouwens, wat ook op het verlanglijstje staat maar inmiddels ver is opgeschoven en geen streefdatum meer kent. We namen op het Zuidplein de bus naar Oud Beijerland.

Het was al vrij laat in de middag en ik maakte me zorgen. Zouden we niet lang vast komen te zitten in de Heinenoordtunnel, een bekende flessenhals op de route tussen naar  de randstad? Maar de bus suisde met forse snelheid voort en nas een kwartier of zo reden wij de trotse hoofdplaats van de eilanden binnen. We betraden de Oostdijk. Wij namen het over de Vliet gebouwde oude gemeentehuis in ogenschouw. Wij wandelden langs de haven, die voor een groot deel is gedempt waar ze nu wel diep spijt van zullen hebben. We namen het veer van Ottevanger naar Rhoon. We vonden daar zo tegen kwart voor zeven een metro met meer dan anderhalve meter ruimte tussen alle passagiers. Het was aangenaam reizen geweest. En Oud Beijerland verdient met zijn Peperstraat een groot compliment. Het mag terecht het Berlijn en het Buenos Aires worden genoemd van de Hoeksche Waard.

Hadden we geluk gehad? Nee, deze vorm van reizen is onderdeel van het nieuwe normaal. Ook nu de lockdown grotendeels is opgeheven, kent Nederland geen fileleed. De wegen kunnen het verkeersaanbod prima behappen. In het openbaar vervoer stappen de reizigers rustig in. Zij hoeven zich niet meer te verdringen.

Dat komt door de revolutie in het bedrijfsleven. Corona heeft honderdduizenden, zo niet miljoenen mensen geleerd dat je net zo goed thuis kunt werken. Dat het weinig toegevoegde waarde biedt, als je ‘s-ochtends ik weet niet hoe vroeg je nest uit komt om ergens ver weg in een of andere betonnen doos een bureau op te zoeken. Omgekeerd ontdekken ondernemers dat ze tot nog toe wel heel veel geld hebben uitgegeven aan het huren, verwarmen en onderhouden van die betonnen dozen. Het is veel goedkoper om je personeel zoveel mogelijk thuis te laten. Productie en kwaliteit lijden er niet of nauwelijks onder. Ik ben blij dat ik geen eigenaar ben van bedrijfsvastgoed. Dan ga je vast klandizie verliezen en niet door de economische crisis.

In het verkeer is het net als met een afvoerputje. Er hoeft maar iets meer in de gootsteen te stromen dan het putje aankan en de hele boel loopt onder water. Zoveel mensen blijven thuis werken dat er van verstoppingen nergens meer sprake is. Dat scheelt een onvoorstelbare hoeveelheid tijdverlies en ergernis voor iedereen. Dat is winst op vele fronten. We hoeven nu niet meer miljarden uit te geven aan infrastructurele werken die het fileleed niet opheffen maar alleen verplaatsen. Het is te laat om die rare Blankenburgtunnel nog te schrappen maar het had gekund als het  begin van de aanleg iets vertraagd was. Nu kan de bouw zich helemaal richten op het wegnemen van de afschuwelijke woningnood als de regering tenminste bereid is  haar verantwoordelijkheid te nemen.

Het is duidelijk dat het “wij werken zoveel mogelijk thuis” de norm moet blijven ook als we straks allemaal met een wondervaccin tegen corona zijn ingeënt. Bazen die hun personeel verplichten naar de zaak te gaan, wantrouwige potentaten, die hun personeel de hele dag persoonlijk in de gaten willen houden,  moeten dat in hun portemonnee voelen. Hoe? Zij dienen te allen tijde de werkelijke kosten van het woon- werkverkeer voor 100% te vergoeden. Het wordt dan goedkoper om je personeel zoveel mogelijk thuis te laten. Nog een dingetje: architecten moeten zich hier natuurlijk ook van vergewissen: de huizen van de toekomst hebben een werkplek nodig. Waarachtig mensen, we staan oog in oog met een nieuw begin. We gaan onze kleinkinderen nog vertellen hoe raar het allemaal was voor 2020.