Beluister hier de column

Dominee Antonie Kort van de oud gereformeerde Mieraskerk in Krimpen, daar hebben we het al eens over gehad, lieve mensen. Ondanks lockdown en corona blijft hij voorgaan in kerkdiensten. Nu wil ik hem opnieuw in ons radiozonnetje zetten, lieve mensen. Hij heeft niet alleen schijt aan wezenlijke coronamaatregelen. Hij  is ook nog eens een lafaard,. Op de kansel gaat Kort onbekommerd te keer. Hij heeft het over bosjesmannen en zegt – ik citeer – “Nou ja, dat zijn geen mensen. Die zijn zwart. Die ook hoor, die moren”.

Ook veroordeelt hij homoseksualiteit en homoseksuelen.

Maar hij weigert het gesprek aan te gaan als de oorspronkelijk Krimpense VVD-er Leon Houtzager, zelf homo, met hem daarover oog in oog, van man tot man, wil spreken. Hij houdt de deur dicht voor TV-maker Tim Hofman als die met hem verschijnt voor een onderhoud met de camera erbij. Weldra komen zelfs  zelfs potige oud-gereformeerden die met geweld dreigen en Leon Houtzager toevoegen dat ze weten wie hij is.

Sindsdien verschuilt ds. Antonie Kort zich achter zijn vrouw. Zij neemt de telefoon aan en moet weigeren de hoorn door te geven. Dominee mag zogenaamd niet gestoord worden met zijn heilswerk.

Wat een verschil met Jezus Christus! Die stond voor zijn denkbeelden. Hij sprak ze altijd openlijk uit. Hij ging juist het gesprek aan met zijn tegenstanders ook als anderen  alles konden volgen. Lees er het Nieuwe Testament maar op na. De apostelen idem dito maar dominee Kort houdt zich schuil. Hij neemt de benen zodra hij met tegenspraak geconfronteerd kan worden. Dan verschuilt hij zich achter het gewelddadig element in zijn oud-gereformeerde gemeente. En achter zijn vrouw. Nogmaals: wat een verschil met Jezus Christus.  “Hier sta ik, ik kan niet anders” zei Maarten Luther tegen de Rijksdag. Ds. Kort is meer iemand van: ‘Ik neem de pleitvaart als het lastig word”.

Zo, mensen, dat is er uit. Sommigen onder U zullen nu zeggen: moest dat nou zo? Kan dat niet een beetje minder? Ik heb ooit eens een levensles gehad van een psychiater die ik interviewde over zijn loopbaan. Hij kreeg op een gegeven moment veel Katendrechtse prostituéés in zijn praktijk. Zijn therapie was erop gericht mensen te leren zelf hun eigen prioriteiten te stellen en eigen keuzes te maken. Dat leverde die psychiater wel eens ongewenst bezoek op van pooiers die hem mores wilden leren. Dat was niet verstandig. De dokter had de zwarte band karate. Hij vertelde mij: “Ik ben liberaal en tolerant. Zo liberaal en tolerant dat ik mij graag aanpas aan de normen van anderen. Als zo’n pooier geweld ging gebruiken, stelde ik hem meestal met één slag buiten gevecht. Daarna zei ik: “Je weet, ik ben arts. Ik heb net je sleutelbeen gebroken. Ik zou maar naar de spoedeisende hulp gaan als ik jou was”. Het is nu bijna vijfenveertig jaar geleden dat die psychiater me dat vertelde. Ik ben het nooit vergeten. Wees liberaal en tolerant: handel naar de normen van een ander. Dominee Antonie Kort is spijkerhard. Hij kent geen genade. Ik geef hem dus een koekje van eigen deeg. Het staat niet in de bijbel maar het is een waarheid als een koe: je kunt in het leven tegen de verkeerde aanlopen. Dat moeten de dominee en zijn trouwe potenrammers zich goed realiseren.

Toch kan ik daar nog niet helemaal mee wegkomen. Ds. Antonie Kort is een gemakkelijk slachtoffer. Hij houdt weliswaar een kudde van 1200 gelovigen in bedwang maar de oud-gereformeerde gemeentes tellen bij elkaar in heel Nederland nog geen twintigduizend aanhangers. Onder wie overigens de SGP-fractievoorzitter in de Tweede Kamer Kees van der Staaij. Het grootste deel van Nederland is ervan overtuigd dat hij een dwaalleer verkondigt en dat zijn homohaat en zijn racisme van de duivel zijn. Citaat uit een preek: “En dat van de bosjesmannen. Nou ja, dat zijn geen mensen. Die zijn zwart. Die ook hoor, die moren.”

Is dat reden genoeg hem dan maar te negeren en in zijn sop gaar te laten koken? Nee toch niet. Dominee Kort en zijn gelovigen vinden zich zo bijzonder dat ze zelf bepalen welke coronamaatregelen voor hen gelden en welke niet. Als U en ik dat doen, krijgen ze een vette boete. Dan hoor je onder het vergrootglas thuis.

Er is een Rotterdams gezegde: “s-Nachts een grote jongen, ‘s-morgens ook een grote jongen. Met een variant daarop: “Op de kansel een grote jongen, voor de microfoon of de camera ook een grote jongen”.  Nou ja, welterusten dan maar weer, beste mensen en dat onder de hoede van de ware, de genadige God.