Lieve mensen, het was de afgelopen week tamelijk groot nieuws. De organisatie voor ouderenzorg Laurens vraagt net als een aantal vergelijkbare instellingen in het land om vrijwilligers voor hulp in haar verpleeg- en verzorgingshuizen. Het wordt steeds moeilijker genoeg personeel te krijgen voor de zorg. En het feit dat veel ZZP-ers de sector hebben verlaten, maakt het nog erger. Dat laatste komt door de strijd van de overheid tegen de zogenaamde schijnzelfstandigen. Voor ZZP-ers is het nu een vast contract of het zoeken van ander werk. Vaak doen ze dat laatste omdat ze dan beter af zijn. Op de korte termijn dan want een ZZP-er bouwt geen pensioen op. Als ze ziek zijn of een ongeluk krijgen, zijn ze op spectaculaire wijze het haasje. In zo´n toestand wil je niet komen.
Hoe dan ook, de directies zitten met de handen in het haar en vragen familieleden van bewoners te komen helpen. Bijvoorbeeld bij het opmaken van de bedden. Het gaat echt om het uitvoeren van taken die tot de professionele zorg behoren. Dat is een stevige extra belasting voor de naasten maar die lijken dat er graag voor over te hebben. Je laat je oma of je moeder nu eenmaal niet in de steek tijdens de laatste fase van haar leven.
En dat is een bewonderenswaardige houding. Plus tien voor al die onbaatzuchtige, liefhebbende mensen: zij zijn het zout der aarde. Ik wil dat even met nadruk vaststellen. En wel in verband met wat nu volgt.
Als je uiteindelijk in een verpleeghuis terecht komt, ben je hoogbejaard en niet meer in staat voor jezelf te zorgen. Een jaar of tien geleden heeft de overheid de gewone bejaardentehuizen in ijltempo ontmanteld omdat ¨we¨ met zijn alleen zo graag thuis willen blijven wonen. Dat leverde een merkbare bijdrage aan de woningnood op, maar dat terzijde. Dat leidt af.
De gemiddelde bewoner van een verpleeg- of een verzorgingshuis heeft een lang leven achter de rug. Die is misschien al sinds 1960 of nog langer bezig met belasting en sociale premies betalen. Die heeft trouwhartig de blauwe brieven geopend en de formulieren ingevuld. Die heeft zich een leven lang de triltering – ik gebruik dit woord bewust – de triltering betaald om de verzorgingsstaat mogelijk te maken. En nu deze mensen hulp nodig hebben, geeft de zorg maar half thuis. Men slaagt er niet in voldoende personeel te vinden om die oude en zieke mensen datgene te bieden waar ze hun leven lang voor hebben betááld. Ze vragen mantelzorgers een handje te komen toesteken en werk te doen dat thuishoort bij professionals. Als mij dat overkwam, zou ik mij behoorlijk opgelicht voelen.
Vandaar het volgende: personeelsgebrek levert ook een besparing op. Je kunt vrij precies uitrekenen wat het verschil zou zijn met een toestand waarin alle vacatures volledig waren vervuld. Het zo ontstane bedrag hoort niet bij de zorginstellingen thuis. Je kunt namelijk ook zeggen: die bestuurders maken slim van de situatie gebruik en verschuiven betaalde taken naar gratis vrijwilligerswerk. Zulk gedrag hoort niet beloond te worden.
De overgespaarde gelden dienen ten goede te komen aan de opgetrommelde mantelzorgers, de beddenopmakers enzovoorts. Er is geen enkele reden waarom zij dat gratis zouden doen. Mevrouw Hogervorst, de nieuwe bestuursvoorzitter van Laurens, werkt ook niet op zaterdag als vrijwilligster door. Wie verpleeg- en verzorgingshuizen uit de brand helpt, verdient een geldelijke beloning. Als belastingbetaler zeg ik: ik wil dat mijn centen goed worden besteed en dat echt werk wordt beltaald. Dit kan geen liefdewerk oud papier zijn. En voor de rest dit https://www.youtube.com/watch?v=cwXxlXchCdk