Beluister hier de column

Verleden week maandagochtend sleepte ik een tas op wielen door Maassluis van het soort, dat mijn lief altijd aanduidt als een tuttenkar. Op de Koepaardbrug is er maar een heel laag stoepje tussen het trottoir en de rijweg. Ik verstapte mij en sloeg voorover. De bril vloog van mijn hoofd. De tuttenkar viel om. Ik drukte mijn bril weer op mijn hoofd. Gelukkig was hij alleen maar wat verbogen. Daarna – laat ik het maar bekennen, lieve mensen – lasterde ik God op uiteenlopende wijzen dat het tussen de gevelwanden van de haven daverde. Tegelijkertijd stopte een grote SUV. Twee potige kerels stapten uit en namen mij in ogenschouw. Ik hield snel mijn mond. De nieuwste opmerking waarin ik het seksuele en het godsdienstige in een adem noemde, bleef in mijn keel steken. ¨Hoe voelt U zich?. Kunt U opstaan?¨, vroeg een van hen. Daarna pakten ze me bij mijn armen en zetten me op mijn voeten. Ook de tuttenkar raapten ze op. Toen vroegen ze opnieuw, hoe ik mij voelde. ¨Het is meer de schrik¨, zei ik. Ze zeiden me gedag en reden in hun SUV weg.

Zo´n smak had ik in geen acht jaar gemaakt. De vorige keer gebeurde het op het Antilliaanse zomercarnaval in Rotterdam. Ik stond op de tramrails aan het begin van de Nieuwe Binnenweg vlak bij de kruising met de Westersingel. Ik wilde oversteken en hield er geen rekening mee dat de rails op een verhoogd stukje straat zijn aangelegd. Het was ongeveer net zo als verleden week maandag in Maassluis. Ik struikelde, liep nog een paar stappen en sloeg toen voorover. Mijn nieuwe fototoestel  zag ik langs mijn hoofd vliegen. Gelukkig zat die in een cameratas met harde wanden. Later bleek hij onbeschadigd en ik gebruik hem nog steeds. Hoe dan ook, ik maakte die smak. Het was hartstikke druk op dat punt. Dus ik beperkte mij in mijn uitingen over God en  geslachtsleven. Mensen schoten toe om mij overeind te helpen. Ze hingen de cameratas om mijn schouders.

Dit zijn belangrijke ervaringen, lieve mensen. Je hoort altijd dat ze tegenwoordig gewoon om je heen lopen als je op straat iets ergs overkomt. Jij ligt op het plaveisel. Iedereen om je heen neemt onmiddellijk de pleitvaart. Mijn ervaringen zijn geheel anders. Ik werd onmiddellijk geholpen. Nu we hier toch over bezig zijn. Een hele tijd geleden hielp ik in Schiedam zelf een oud vrouwtje overeind dat bijkans voor mijn voeten ten val kwam. ¨Doet het pijn?¨, vroeg ik. ¨Wat dacht je dan, klootzak¨, snauwde zij, ¨Natuurlijk doet het pijn¨. Ik kon me die reactie wel voorstellen. Het was ook een domme vraag.

Maar dit terzijde. Mij hebben ze nooit laten liggen. Daar gaat het om. Heden ten dage  laten de mensen in Nederland zich graag laatdunkend over elkaar uit. Niemand heeft meer iets voor een ander over, hoor je dan. Iedereen heeft tegenwoordig een kort lontje. Voor je het weet word je uitgescholden. Sommigen zeggen dat het ongeloof of het neoliberalisme daarvan de oorzaak zijn. De afgelopen twintig jaar hebben we elkaar wijs gemaakt dat je zelfredzaam moet zijn. Jij bent de eigenaar van jouw problemen en je moet ze in principe zelf oplossen. Van collectieve verantwoordelijkheid is geen sprake meer en dan blijft er net zo goed niks over van het verantwoordelijkheidsGEVOEL.  Vind je het vreemd dat mensen dan voor zichzelf opkomen en hun naaste op zijn best negeren? Ja, wij zwelgen in dat soort redeneringen.

Volgens mij zeggen zulke  wijsheden heel weinig over het echte leven. ¨De meeste mensen deugen¨ heet de bestseller van Rutger Bregman. Daar zit meer waarheid in dan we in deze tijd bereid zijn te geloven. Toen ik daar op de Koepaardbrug in Maassluis overeind werd geholpen, steeg mijn vertrouwen in de mensheid. Ik heb er nog steeds een goed gevoel bij. En om dat gevoel op U over te brengen nu de grote hit uit 1936, ja uit  1936. Je Chante van Charles Trenet. In 1999 maakte hij zijn laatste tournee. Maar nu dus Je Chante uit 1936. Ik zing ´s-Avonds en ´s-morgens. Ik zing op mijn weg. En ik let op de lage stoepjes. O nee, dat staat niet in de liedtekst, dat van die stoepjes. https://www.youtube.com/watch?v=oSxLWjrayto