Beluister hier de column

Ik weet niet of U al te laat bent beste mensen, maar bij boer Bruynzeel in Piershil op de Hoeksche Waard liggen tienduizend kilo rabarber te koop. Hij hoopt dat de consument de weg naar zijn bedoening weet te vinden want anders blijft hij er mee zitten. Een grote vaste klant  heeft het laten afweten. Hij is niet de enige boer die zulke problemen heeft.  Sommigen lukt het niet genoeg seizoensarbeiders in te huren om de oogst tijdig binnen te halen, anderen zitten ineens met overproductie. Zo zijn de aardappelen aan de straatstenen niet kwijt te raken, nu de frietfabrikanten de productie grotendeels hebben stilgelegd omdat er geen vraag meer  naar is uit de horeca. Als straks de eethuizen mondjesmaat open mogen, zal dat weinig soelaas bieden. Een boerin in Noord-Holland heeft in een aanval van woede grote bergen  piepers op straat gegooid bij wijze van protest. Nou, zou je als leek denken, de voedselbank is er goed voor. Het loopt storm op deze voorzieningen, waarvan de aanwezigheid in een rijk land als het onze even noodzakelijk als schandalig is.  Dus dan zijn verse groenten van de Hollandse akker extra welkom, zou je zo denken. We hebben nu al op de televisie gezien hoe die aardappelen worden doorgedraaid of als veevoer gebruikt. ´t Schijnt trouwens dat de koelhuizen vol ingevroren kalfsvlees liggen waar geen buitenlandse vraag meer naar is.

Voor dit soort verschijnselen hebben de Engelsen een uitdrukking: de kanarie in de kolenmijn. In vroeger dagen namen mijnwerkers  kooitjes mee met daarin een vogeltje die ze aan het plafond van de ondergrondse gangen hingen. Legden die beestjes het loodje, dan betekende dat wegwezen: ze waren  gestikt in het hoogst ontplofbare mijngas. Een kanarie in de kolenmijn betekent dan ook een teken van dreigend groot gevaar. De  overschotten bij de landbouw wijzen erop dat de zo zorgvuldig opgebouwde handelskanalen van Europa in het ongerede zijn geraakt, serieus in het ongerede. Dat fnuikt niet alleen de export maar ook de import. Er beginnen zich ontwikkelingen voor te doen die onze manier van leven rechtstreeks bedreigen. Denk niet dat het bij een forse economische krimp en een grote werkloosheid blijft, er is veel meer aan de hand.

Een andere kanarie in de kolenmijn is wat er verleden week in Rotterdam Zuid gebeurde, meer precies in het legendarische tuindorp Vreewijk gebeurde. Daar sloten Daan en Mirjam Kint voorgoed  hun restaurant RoseMarijn, dat de meeste mensen  kennen onder de oude naam het Witte Paard. Twintig jaar hadden ze hun ziel en hun zaligheid erin gelegd. Alles ging goed. Behalve een restaurantgedeelte was er in het Witte Paard ook een expositieruimte en een toneelzaal. Het had zich ontwikkeld tot de huiskamer van Tuindorp Vreewijk. Nogmaals: twintig jaar je ziel en je zaligheid erin gelegd. Dan word je in acht weken de nek omgedraaid. Want dat is natuurlijk wel het effect van de corona maatregelen op heel veel bedrijven in Nederland. Met nieuwjaar konden meneer en mevrouw Kint geen moment bevroeden, dat het binnen een half jaar definitief voorbij zou zijn met hun levenswerk.Zij  ondervinden gelukkig veel morele steun uit de buurt. En er schijnt zelfs gedacht te worden aan crowd funding om het bedrijf toch een nieuwe kans te geven. Dat is dan weer een mooi aspect van deze tijd. Maar van applaus kun je niet eten.

Het zijn allemaal kleine voorbeelden die ik vanavond geef. U hoeft niet zo heel scherp in de rondte te kijken, meneer, mevrouw, of U vindt bij u in de straat of zeker in de gemeente vergelijkbare, drama´s op zakformaat, die niettemin voor de getroffenen en hun omgeving een alomvattende tragedie betekenen. Dat zijn  stuk voor stuk gestikte kanaries in de kolenmijn, voorboden van de explosies die ons allemaal te wachten staan. Nou ga maar weer lekker slapen, wil ik zeggen.