Beluister hier de column

Lieve mensen, verleden week kwam ik  in mijn vaderstad Schiedam langs het Stedelijk Museum. Op de binnenplaats waren een stuk of twintig balen uitgeladen. Tenminste zo kon je ze het beste noemen. Ze waren rechthoekig, helemaal met plastic omhuld en duidelijk gevuld met samengesperst materiaal. Een kind zou er makkelijk op kunnen zitten. Wat hadden ze nu weer verzonnen. Ik ging binnen een kijkje nemen en het bleek mij dat ze onderdeel waren van een kunstwerk. In een grote zaal stonden nog meer van die balen opgestouwd  en men had er zelfs een soort huisje van.

Zo kende ik ons Stedelijk Museum weer. Het geeft al  een jaar of vijf en zeventig ruim baan aan experimentele kunst, wat je in eerste instantie niet zou verwachten van een museum in een middelgrote stad. Al in de jaren vijftig en zestig hadden liefhebbers van moderne kunstl greep gekregen op het oude gebouw dat in de achttiende eeuw was neergezet als bejaardentehuis. Onder hen waren de Rotterdamse professor Sanders, die je als gewoon Schiedammertje niet zo makkelijk kon tegenspreken en Pierre Jansen, een boomlange man die op de televisie het veel bekeken programma Kunstgrepen presenteerde. De groep rond het museum verzamelde een indrukwekkende collectie werk van Corneille, Karel Appel en hun Cobra-geestverwanten toen die nog betaalbaar waren. Nu en dan schokten   schandalen ons brave stadje Schiedam, bijvoorbeeld rond een performance van een Japanse kunstenares die geheel uit de kleren ging. Die balen echter brachten bij mij Jannie Boonstra in herinnering, oprechte Friezin in ballingschap enraadslid voor de PvdA. Zij kwam tijdens een opening een kunstwerk tegen, bestaande uit op zijn kop gezette plastic emmers. Zij haalde er eentje weg om daarop te drummen. De directeur werd woedend. Zo raakte ze landellijk bekend als kunstvandaal. En Schiedam stond er een tijdje gekleurd op. Dat gebeurde opnieuw toen een andere PvdAér voorstelde de hele Cobracollectie te verkopen ten voordele van het buurtwerk.

Zouden de balen in die traditie passen? Wat zat er eigenlijk achter? En toen, lieve mensen, moest ik vaststellen dat het om iets heel belangrijks ging en dat er een heel grote kans bestaat dat het rechtstreeks met U te maken heeft. Oude nog bruikbare kleren gooit U waarschijnlijk niet zomaar weg. Die stopt U in zo´n textieldepot. Of U geeft ze voor een goed doel. Dan komen ze – is U verzekerd –  in arme landen terecht waar de mensen er dolblij mee zijn.

Naar arme landen gaan ze zeker. Daar kunt U staat op maken. Maar wel heel dicht op elkaar geperst in het soort balen waar ze nu het Stedelijk Museum mee hadden vol gelegd.  Als je ze openmaakt, is de inhoud meestal niet meer bruikbaar om aan te trekken. Dat geldt voor hoogsterns twintig procent. De rest moet naar de vuilverwerking. Zo vormen die enorme hoeveelheden samengeperst textiel een extra last voor landen in Afrika en Azië. Onze rijke landen in Europa brengen trouwens op grote schaal afval en sloopgoed naar allerlei werelddelen. Berucht zijn de stranden in Bangladesh waar krakkemikkige schepen op het strand gevaren worden. Vervolgens verschijnt een massa zwaar onderbetaalde arbeiders die deze schepen onder zeer gevaarlijke werkomstandigheden moeten slopen.

De balen in Schiedam bleken daar te zijn gekomen dankzij het initiatief van een groep kunstenaars uit Kenia, The Nest Collective. Zij kwamen op het idee ons in het Westen  te laten zien met wat voor textielafval we hun landen opzadelen. Eerst, stellen zij, kopen wij massaal heel goedkope kleding die wordt vervaardigd in lage lonen landen, vaak genoeg door kinderen.  Als we er na een paar weken op uitgekeken zijn, sturen we die in de vorm van onbruikbare balen terug. En we denken nog dat we goed doen ook. Daarom hebben de kunstenaars van The Nest Collective een aantal van die balen aan ons terug gegeven. Daarom  liggen ze  nu in het Schiedamse museum, dat deze bijzondere tentoonstelling niet voor niets noemt Return to sender. Toen ik dat eenmaal wist, bekeek ik de balen met heel andere ogen. Ik voelde bewondering voor de kunstenaars die deze waarheid voor ons tastbaar en zichtbaar maakten. Het is een belangrijke tentoonstelling. Ik vind eigenlijk dat U een keertje naar Schiedam moet komen om die balen zelf in ogenschouw te nemen, Dit is echt een belangrijke zaak. En nou de band Fulu Miziki uit Kinshasa. Ze spelen op spullen  van de vuilnisbelt https://www.youtube.com/watch?v=Ri2oK4gApMU