Beluister hier de column

Van de week maakte ik een lange fietstocht waarbij ik ook het gebied bij het Naardermeer aandeed. Via Muiderberg passeerde ik Weesp en Nigtevecht. Opvallend waren de protestborden tegen een aantal zoekgebieden voor windturbines in het gebied. In weilanden, in voortuinen, maar ook voor ramen van huizen. Het zoekgebied Aetsveld ligt hemelsbreed niet ver af van IJburg, waar onlangs bewoners ook in verzet kwamen tegen de mogelijke komst van 17 windturbines in de buurt van Amsterdam. Dat werd in diverse media zo breed uitgemeten, alsof het een nieuw onderwerp in Nederland betrof.

Eind april voeren tientallen boten in protest tegen de komst van de turbines over het IJmeer. De gemeente Amsterdam heeft het IJmeer en de Noorderplas als locatie voor hoge windmolens op het oog. Bewoners en actiegroepen uit Amsterdam en omliggende gemeenten vinden dat de windmolens veel te dicht op bewoond gebied komen en bovendien veel te hoog zijn. “Die ga je zien, maar die ga je ook horen. Daar kunnen mensen echt last van krijgen. Dan is het geen hinder, maar gezondheidsschade,” zegt de woordvoerder van de protestorganisatie. Hij vindt dat er gekeken moet worden of de windturbines niet buiten de stadgrenzen geplaatst kunnen worden. “Je kan ook kijken naar een betere combinatie van energie opwekken, bijvoorbeeld meer zonne-energie.”

Allemaal argumenten die we al zeker een decennium horen van omwonenden, met name in de regionale media. Maar tot op heden kregen die vooral nul op het rekest. In Nieuw-Beijerland in de Hoeksche Waard verschenen 5 windturbines van 200 meter hoog, ondanks massaal protest van de bewoners. Sinds de ingebruikname ervaren omwonenden ernstige overlast, zoals slaapgebrek, zo geven ze aan. Rolluiken, dubbel glas en geluidwerende roosters hebben onvoldoende effect op het tegengaan van geluidshinder. De Provincie Zuid-Holland geeft aan te willen praten, nadat er al zes jaar gepraat wordt zonder enig effect, aldus de bewonersgroep.

In Groningen en Drenthe is de zaak nog verder uit de hand gelopen. Daar zijn twee mannen tot één jaar cel veroordeeld voor het sturen van dreigbrieven naar ondernemers die betrokken waren bij de aanleg van windparken in beide provincies. Beide mannen waren geradicaliseerd na jaren tevergeefs geprotesteerd te hebben tegen de komst van de windmolenparken. Hoe verwerpelijk hun gedrag ook is, het illustreert ook de door omwonenden ervaren machteloosheid tegen de overheidsinstellingen die over hun bezwaren heen walsen.

Maar dat gaat nu allemaal veranderen. Niet omdat er het afgelopen decennium één argument is toegevoegd aan die van de omwonenden. Maar omdat nu niet langer de machtelozen maar de machtigen de tegenargumenten gaan hanteren. Wie de omgeving rondom de Vecht en IJburg kent, weet dat geld geen probleem is, het politieke netwerk groot, de kennis van de wet accuraat en alle landelijke media van belang binnen de straal van een beetje windturbine liggen. Het resultaat staat eigenlijk al vast: ze zullen de overheidswals tot staan gaan brengen, of anders toch wel ernstig hinderen. Alleen is de vraag of dat voor alle nog te bouwen landturbines in heel Nederland het geval zal zijn, of alleen voor die molens die vanuit hun eigen achtertuin zichtbaar zouden zijn. In het laatste geval moeten machteloze omwonenden rekening houden met een verdubbeling van het aantal windturbines in hun eigen omgeving.