We hebben het op school allemaal geleerd. Als je invloed wil uitoefenen in Nederland, heb je in onze parlementaire democratie een scala van mogelijkheden tot je beschikking. Je kunt brieven schrijven, demonstreren, staken of actie voeren. Ook kun je zelf politiek actief worden en als je verkozen wordt, mag je meebeslissen. Als gemeenteraadslid, als Kamerlid, of als minister, het hoogst haalbare, zoals Carola Schouten van Landbouw. Voor alles geldt dat je je aan de regels van het democratische spel houdt.
Daar is nu een einde aan gekomen. Alle vreedzame actievoerders zijn naïef geweest en hebben het nakijken. Het door Farmers Defence Force – er is inderdaad geen woord Nederlands bij – opgezweepte boerenprotest laat zien dat intimidatie en bedreigingen veel effectiever zijn. Want in plaats van vast te houden aan haar besluit dat de samenstelling van het veevoer moet veranderen, heeft minister Schouten nu besloten dat dit eerst door experts moet worden onderzocht. Dat is een Haagse manier om een besluit uit te stellen of om helemaal op de langer baan te schuiven.
Dit succes is niet echt te danken aan de overredingskracht en overtuigende argumenten van de boeren. Een half jaar geleden zette de FDF-voorman Van den Oever de toon door de behandeling van de boeren in Noord-Brabant te vergelijken met de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. En dat nota bene op een steenworp afstand van voormalig concentratiekamp Vugt. Letterlijk zei hij: “75 jaar geleden hebben we ook gezien waar het decimeren van een kleine bevolkingsgroep toe leidt. Heden ten dagen een schandvlak in de geschiedenis. Ik wil jullie deze spiegel voorhouden zodat jullie niet zeggen naderhand: “Wir haben es nicht gewusst.” Ongekende woorden maar voor veel boeren geen reden om niets meer met Van den Oever te maken te willen hebben. En met boeren die het niet met hem eens waren wist Van den Oever wel raad. Zo verstuurde hij met Pasen een brief aan zijn achterban waarin hij oproept de Judassen in de eigen gelederen te verwijderen. Verwijderen, uitsluiten, elimineren, het ligt allemaal erg dicht bij elkaar. Laten we zeggen dat de brief niet echt bol stond van de naastenliefde.
Naast verbale intimidatie bedienen de boeren zich van een robuust wapen: de tractor. Ze gooien hem ergens voor, rijden langzaam gegroepeerd ergens heen en niemand kan om ze heen. Met wet- en regelgeving hebben ze niets te maken. En om zo’n politiebusje met wat polderagenten die vooral op begrip en overleg uit zijn, wordt smadelijk gelachen. Omdat de weg van de week werd geblokkeerd door trekkers en de politie het niet vertrouwde brak minister Schouten van Landbouw plotseling haar werkbezoek aan Zeeland af. Dat is een zeldzaamheid in Nederland. En zeker in het christelijke Zeeland waar zich een deel van Schoutens achterban bevindt.
Maar het kan bijkans nog erger. Intussen is bekend geworden dat maar liefst twee ministers en in ieder geval één kamerlid aangifte van doodsverwensingen en bedreigingen doen, waaronder Minister Schouten van Landbouw zelf. Deze werden gedaan in de besloten Facebookgroep van wederom de Farmer Defence Force, een echte gezellige vriendengroep zeg maar.
Ik benijd haar niet, Carola Schouten. Namens de ChristenUnie kreeg zij dit ministerie toebedeeld. Zij als boerendochter en boegbeeld van een moderne christelijke bestuurderspartij. Maar intussen vraag ik me wel af of ze nog wel een koers volgt. Ze lijkt onder de permanente zware druk te bezwijken en is haar politieke positie aan het verzwakken. Dit door haar besluit over het veevoeder min of meer terug te draaien en ook om nu ineens spijt te betuigen over haar afgebroken werkbezoek aan Zeeland. Maar de boeren hebben toch haar en niet zij de boeren geïntimideerd?
De vergelijkingen met het vergassen van 6 miljoen joden en de verrader van Jezus Christus, de buitenwettelijke acties, de bedreigingen, doodsverwensingen en permanente intimatie, zouden bij de ultieme democratische vertegenwoordigers als een minister of het voltallige kabinet toch de mening moeten doen dat er genoeg grenzen overschreden zijn om het overleg met de boerenorganisaties te staken, besluiten door te zetten en die gewoon uit te voeren.
Maar niets lijkt heiliger in Nederland dat het poldermodel. Er moet altijd ruimte voor overleg blijven, altijd weer gepraat worden, ook als de andere partij helemaal niets met het poldermodel te maken wil hebben en zich van andere middelen bedient. De deur staat altijd open is het motto. En mocht dat niet het geval zijn dan rijden ze gewoon met wat trekkers naar binnen toe.