Beluister hier de column

En ineens is het daar weer: kernenergie. VVD, CDA en PVV zijn  voorstander van het  bouwen van nieuwe kerncentrales in Nederland.

Als 15-jarige bezocht ik begin jaren ’80 een bijeenkomst in het kader van de Brede Maatschappelijke Discussie over kernenergie. In het kielzog van het kernwapendebat verdeelde ook deze energievorm de bevolking. Daarbij zat de angst er goed in na de bijna-ramp in Harrisburg in de VS in 1979.

Naar goed poldergebruik stelde toenmalig minister van Economische Zaken, Jan Terlouw, 13 miljoen gulden ter beschikking. Er kwam een commissie en er werden 1.900 thema-avonden belegt. In 1983 volgde het eindrapport. Dat had een genuanceerde conclusie, maar de tegenstanders ondervonden er meer steun in dan de voorstanders.  Het voorstel was dat de twee bestaande kerncentrales – in Borssele en Dodewaard – niet dicht hoefden, maar dat er geen nieuwe kerncentrales meer gebouwd zouden worden. Dit betekende dat kernenergie langzaam in Nederland uitgefaseerd zou worden. En zo is het feitelijk ook gegaan. De ramp in 1986 in Tsjernobyl onderstreepte slechts dit ingezette beleid.

CO2-uitstoot was toen echter geen onderwerp. Net zo min als de klimaatdoelen waaraan Nederland zich intussen internationaal gecommitteerd heeft. Om te beginnen in 2030, wanneer Nederland 49% minder CO2 mag uitstoten dan in 1990. VVD, CDA en PVV vertroebelen nu de discussie door de indruk te wekken dat kernenergie ineens een oplossing zou zijn om dit doel te bereiken. Voordat een kerncentrale gebouwd is en daadwerkelijk energie gaat leveren is het reeds 2035, 2040, zelfs als er morgen het besluit tot bouwen wordt genomen. Uiteraard weten deze drie partijen dit ook, maar het aandragen van deze robuuste schijnoplossing heeft tot doel om daadkrachtig naar de kiezers over te komen én om te verhullen dat men met de partijprogramma’s de klimaatdoelen niet gaat halen. De VVD heeft het zelfs niet laten uitrekenen, omdat de partij weet dat het met haar programma de klimaatdoelen van 2030 niet gaat halen. Het CDA scoort in deze berekening bijna het laagst van alle partijen. Het christelijk rentmeesterschap – dat ieder mens verantwoordelijkheid heeft over de aarde en deze in zo goed mogelijke staat aan een volgende generatie doorgeeft – is bij de ChristenUnie is goede en stevige handen, is blijkbaar ook de gedachte bij het CDA. Als het erop aan komt gelooft het CDA meer in de drie-eenheid van Rabobank, agrarische industrie en lokale CDA-bestuurders. En nu doorpakken hoor je de aandeelhouders van de supermarktketens roepen. Voor de PVV is de klimaatproblematiek gewoon veel te ingewikkeld en dan is ontkennen de simpelste oplossing.

Toch zou het jammer zijn wanner er niet objectief naar kernenergie wordt gekeken. In Duitsland heeft men na de ramp in Japan in 2011 een emotioneel besluit genomen om alle centrales te sluiten. Gevolg is nu dat Duitsland qua gasleverantie afhankelijk is van NAVO-vijand Rusland en de bruinkoolcentrales op volle kracht heeft draaien. Qua CO2-uitstoot de slechts denkbare energieproductie.

Voor 2030 moet in Nederland ingezet worden op zonne- en windenergie, de laatste zoveel mogelijk op zee, omdat dat veel meer draagvlak heeft en sneller gaat. Maar naast windenergie en zonnepanelen zou het goed zijn om een derde of zelfs vierde energievorm beschikbaar te hebben.