Het is 50 jaar geleden dat het album Déjà Vu van Crosby, Stills, Nash & Young verscheen. Het is opmerkelijk dat een icoon van de revolutionaire hippiegeneratie een aantal lofzangen op uitgesproken burgerlijke idealen vormt. Idealen die sterker lijken dan ooit en wellicht daarmee de populariteit van sommige nummers op het album verklaren.
In het iconische nummer Our House van Graham Nash wordt zonder enige ironie het kleinburgerlijk ideaal van huiselijk geluk bezongen. Wie de tijdgeest in acht neemt verwacht ieder moment een onverwachte wending, een lijk uit de kast komen of zoekt naar cynisch perspectief zoals dat van Lou Reed in Perfect Day. Niets van dit alles, met harmonieus stemgeluid wordt het geluk van de monogame relatie, een eigen huis en huisdieren bezongen. Alleen de kinderen ontbreken nog. Feitelijk bezingen ze het ideaal van de jaren’50, als een muzikale versie van de ideologische Amerikaanse tv-reclames uit die tijd. Het enige verschil met de jaren ’50 is dat het gelukkig samenzijn een eigen keuze betreft en niet een huwelijksplicht omdat de regels of God dat voorschrijven. Zo bezien vormt Déjà Vu een verdieping van de burgerlijke waarden van die van hun ouders.
Déjà Vu is een atypisch album omdat de dominante ideeën in de hippietijd zich juist afzetten tegen de als kleinburgerlijk ervaren idealen en instituties van de vorige generatie. Allerlei overheidsinstanties waren verdacht, te autoritair, ongeschikt om rechten van minderheden te waarborgen en een sta-in-de-weg voor de optimale verwezenlijking van de individuele vrijheid. Onder invloed van het socialisme werd het gezin daarbij ingeruild voor het ideaal van de commune.
Toen deze idealen in de jaren ’70 in de praktijk werden gebracht, bleek deze weerbarstiger. Communes vielen al snel uiteen, vrijheidsdrang resulteerde in drugsverslaving, het socialisme bleek geen menselijk gezicht te hebben, politiek idealisme ontspoorde in gewelddadig activisme en drop outs werden psychiatrische patiënten. Veel gevestigde instituties werden echter onder invloed van de nieuwe opvattingen hervormd en gemoderniseerd. Maar de meeste samenlevingsidealen stierven een vroege dood.
Op die van de individuele vrijheidsdrang na. Die werd vanaf begin jaren ’80 de drijvende kracht achter het neoliberalisme dat nieuwe impulsen gaf aan de markteconomie. Het resultaat was een nieuwe fase in het kapitalisme, met enerzijds grote welvaartsgroei, maar ook met toenemende eisen aan het beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt en de hoeveelheid productie per werknemer. In de 24/7-economie heeft het begrip individuele vrijheid zich materialistisch verengd door op ieder moment en plaats goederen en diensten tot je beschikking te hebben die je op dat moment wenst. Door de ogen van de hippie-idealen bezien, is dat nogal ironisch. Nog ironischer is dat 24/7-economie nu de grootste bedreiging vormt voor het gezin als ideale samenlevingsvorm, zoals zo fraai op Déjà Vu bezongen.
Hoe meer het productieproces van individuen eist en persoonlijke levens binnendringt, hoe meer de gemeenschapsvorm van het gezin onder druk komt te staan. Het kost steeds meer mensen grote moeite het goed te combineren. Maar wellicht verklaart dat juist het romantisch ideaal van Graham Nash: our house is a very, very fine house / with two cats in the yard.