Beluister hier de column

Er wordt in Nederland veel geklaagd over de EU. Zeker nu er net een enorm steunpakket voor de zuidelijke staten beschikbaar is gesteld, is het ongenoegen hoorbaar.

En daar valt ook wel wat voor te zeggen. Want waarom zouden wij ons pensioenstelsel hervormen om de overheidsfinanciën op orde te krijgen en landen als Frankrijk en Italië bij het nalaten hiervan als beloning steun vanuit Brussel krijgen? Maar het krachtenveld in Europa is zo groot en complex dat ik me maar bij dit soort onprettige uitkomsten heb neergelegd. Het voordeel van een Europese vrede is oneindig veel groter dan het nadeel van af en toe een beetje afgeperst te worden.

Ik heb mijn eigen methode gevonden om het financiële evenwicht te herstellen. In de eerste plaats kijk ik naar welke landen de meeste Europese steun ontvangen. En daarna in welke sectoren dat het geval is. Is het klimaat dan ook nog een beetje aangenaam dan heb ik de keuze voor mijn zomervakantie gemaakt: dit jaar viel de keuze wederom op Frankrijk, sinds jaar en dag grootverbruiker van EU-subsidies. Toen in 1945 Duitsland zich onvoorwaardelijk overgaf, werd het door de Geallieerden niet tot herstelbetalingen gedwongen om geen motief voor een nieuwe oorlog te creëren, maar intussen wordt de Duitse schuld aan de Tweede Wereldoorlog door met name Frankrijk via de EU-financiering aardig uitgemolken.

Veruit de meeste subsidies van de EU gaan naar de landbouw en veruit het meeste daarvan naar Frankrijk. Dus dat betekent een vakantie lang kwaliteitsvlees, eieren en wijn kopen. Want mede dankzij die subsidies zitten de dieren niet samengeperst in megastallen, maar lopen kippen buiten op een erf en koeien in enormere weiden. Wat de wijn betreft bevind ik mij nog midden in een empirisch onderzoek en dat heeft voldoende steekproeven nodig om betrouwbaar te zijn.

Met iedere aankoop krijg ik iets van het EU-geld terug. Maar echt zoden aan de dijk zet een bezoek aan een openluchtzwembad in een willekeurig Frans dorpje. Ieder Frans gehucht met meer dan 500 inwoners beschikt over een prachtig aangelegd openluchtzwembad met verschillende bassins. Professionele toezichthouders zorgen voor een veilige zwemomgeving, waarbij er tussen 13:00 en 15:00 uur een intelligente aflossing plaatsvinden, zodat zij de in de CAO vastgelegde warme lunch optimaal kunnen consumeren. Vooral in kleinere dorpen is het er nooit druk in deze zwembaden, want de meeste inwoners zijn daar bejaard. Voor een habbekrats heb je toegang en als je extra vroeg en met een lekker groot gezin gaat kun je per uur heel wat overheidssubsidie opstrijken.

Ooit hadden wij ook van die openluchtzwembaden. Toen ik een basisschoolkind was, lagen er vier gigantische zwemcomplexen in de buurt: in Oud-Beijerland, Spijkenisse, Binnenmaas en Rhoon. Naast een 50-meter bad voor wedstrijden beschikten deze over grote speelbaden, kikkerbadjes, voetbalvelden en ligweiden. Mijn basisschool in Oud-Beijerland bevond zich naast het zwembad en voor 36 gulden had je van mei tot september onbeperkt toegang. Kinderen en jongeren van nu hebben die mogelijkheden niet meer. Alleen de Luie Man in Binnenmaas is nog over. De rest is allang gesloten en gesloopt. Zogenaamd omdat openluchtzwembaden te duur zouden zijn. Maar dat is een kwestie van politieke prioriteit.

De gemeente Albrandswaard, waar het openluchtzwembad van Rhoon in lag, geeft bijvoorbeeld wel 15 miljoen euro voor een volledig overbodig gemeentehuis uit. Dit om een groeiend bureaucratisch apparaat te huisvesten dat vooral zichzelf aan het werkt houdt. Geloof het of niet, Albrandswaard heeft zelfs regisseurs in dienst om de bureaucratische processen te stroomlijnen. Je denkt dan: die zwemmen blijkbaar in het geld. Of: die hebben hun schaapjes op het droge. Maar niets is minder waar, want de bibliotheken waren al gesloten, misschien met de gedachte dat als je nooit leest je altijd nog president van de Verenigde Staten kan worden.

De situatie in Albrandswaard illustreert wat de afgelopen decennia heeft plaatsgevonden bij de lokale Nederlandse overheid. Steeds meer geld gaat naar de managers, controleurs, beleidsmakers en in Albrandswaard naar regisseurs. Die zullen dan binnenkort wel door opperregisseurs aangestuurd gaan worden zodat hun regie van de processen beter geregisseerd kan gaan worden. Want de bureaucratie is een rupsjenooitgenoeg. Het is als het heelal, het dijt eeuwig uit. En voor publieksvoorzieningen zoals zwembaden en bibliotheken zal uiteindelijk geen cent meer overblijven. En dat terwijl de overheid nu meer geld tot haar beschikking heeft dan in de gloriedagen van de openluchtzwembaden.

Het is goed om eerst hier eens het mes in te zetten alvorens over de EU te klagen.