Beluister hier de column
Lieve Sint Nicolaas, dit is natuurlijk bij uitstek de avond om een open brief aan U uit te spreken maar dat zal helaas niet gaan. U bent namelijk weggeconcurreerd door iemand anders die ons hier in deze delta en aan deze riviermondingen ook een groot cadeau geeft. Zijn naam is Karel de Boer. Zijn cadeau heet Fair Ferry. Hij opent een passagiersverbinding tussen Rotterdam en New York. Met zeilschepen. Dat is al heel lang niet meer vertoond. Al honderdvijftig jaar niet meer, schat ik zo. En nou komt het allemaal weer terug. Omwille van het milieu. De overtocht duurt twee weken en de passagiers moeten stevig meewerken om het schip op koers te houden. Er kunnen er maar veertien per keer mee. Het is duidelijk dat het unique selling proposal van De Boer niet de prijs zal zijn maar het avontuur.
De zeilvaart, mensen de zeilvaart. Ik moet denken aan het cargadoorsbedrijf Herfst in Rotterdam waar je tot ongeveer de eerste wereldoorlog terecht kon om vracht per zeilschip te laten vervoeren. Dat was in een aantal gevallen nog steeds goedkoper en soms zelfs sneller dan per stoom- of motorschip. Zeilschepen voeren in die dagen rond de wereld op een vaste route, met de gunstige winden in de rug. . Als je vracht dezelfde kant op moest, dan kon dat heel erg de moeite waard zijn. Zelfs als je die eerst naar een haven moest laten brengen waar het zeilschip van je keuze langskwam. Het geweldige bedrijf Herfst zocht dat nauwkeurig voor je uit. De zeilvaart stond op het toppunt van zijn technologische ontwikkeling, dachten de mensen toen. Beter kon niet meer. Het was altijd fantastisch om te zien hoe masten van trotse clippers of windjammers boven de daken van de stad uitstaken. En bij harde gunstige wind konden ze een moeizaam voortploegend stoomschip nog altijd inhalen.
Ik denk ook aan advertenties van nog langer geleden: over de passagiersaccomodatie pakweg rond 1830. Dat er een koe aan boord meeging en levende kippen voor de verse melk en de eitjes aan het ontbijt. De bemanning moest het uiteraard doen met gezouten bonen, scheepsbeschuit en een klein scheutje citroensap per dag om de scheurbuik tegen te gaan.
Wie denkt dat met clippers en windjammers de absolute top bereikt was, heeft het mis. Dankzij slimme software en technologie, hoeft een matroos tegenwoordig niet meer hoog de mast in om de zeilen los te maken. Je kunt met die moderne schepen nog meer kracht aan de wind ontlenen dan in de tijd van cargadoorsbedrijf Herfst.
Ik denk dan ook dat Karel de Boer aan het begin staat van een nieuwe ontwikkeling. We weten nu dat we met de uitstoot van verbrandingsmotoren en kolencentrales het leven voor ons op de planeet op den duur onmogelijk maken. Dat is een goed argument om ook in de scheepvaart zo veel mogelijk over te schakelen op windenergie. Voor vrachten waarbij het op een dag niet aankomt, is het een aantrekkelijke optie. Vrachtschepen onder zeil nieuwe stijl zullen dan waarschijnlijk in niets lijken op wat wij ons nu bij zo’n schip voorstellen. Toch zullen er dan weer cargadoorsbedrijven zijn die precies weten waar zo’n schip ligt om de meest gunstige wind te pakken. Nu ik er over nadenk, dankzij GPS kan iedereen dat weten. En wat de passagiers betreft, wie weet worden wij over een eeuw of wat door onze nazaten wel uitgelachen om onze haast en kippendrift en ons verlangen om in acht uur naar New York te reizen. Als dat zo nodig moet, dan kun je je toch terugtrekken op een prachtig schip, waar je desgewenst online vierentwintig uur lang met de hele wereld in verbinding staat. Vanuit je comfortabele hut.
Ja wie weet.