Beluister hier de column

Het zonnetje schijnt en de maatschappelijke krankzinnigheid neemt toe, lieve mensen. In de krant lees ik dat de politie super gemotiveerd is alle deelnemers aan de avondklokrellen alsnog op te pakken. In Rotterdam worden hun portretten zelfs levensgroot aan de openbare weg opgehangen zodat het publiek ze bij de prinsemarij kan aanbrengen. Er worden nog net geen beloningen uitgeloofd.

Tegelijkertijd gingen burgers dit weekend massaal de weg op om in bos, hei en park, aan strand en plas tot stand te brengen wat de virologen in hun potjesengels een super spreader event noemen. Dat is net zo iets als de coronafeestjes, die de boa’s ‘s-nachts proberen op te sporen maar dan een stuk  groter. Op zaterdagmiddag al werd de toegang tot de Kralingseplas in Rotterdam afgesloten omdat het veel en veel te druk was. Ik bedoel, er sneuvelden geen ruiten, er werden geen winkels geplunderd maar qua  te veel mensen  te dicht bij elkaar was het net een demonstratie tegen de avondklok.

U weet het niet maar de avondklok is afgeschaft. Hij is vervangen door iets wat verder gaat. De regering kan sinds het begin van deze week zelf bepalen op welke uren het verboden is in de open lucht te vertoeven. Dat mag ook overdag zijn. En het geldt ook voor de tuin. Zou je eigenlijk in het donker tussen negen en half vijf nog wel straffeloos een sigaretje mogen roken op je balkon?

Iedereen is sterk gefocussed op de avondklok. De deelnemers aan de rellen zijn paria’s geworden die zelfs door voetbalhooligans worden uitgekotst. Ondertussen is er verrassend veel autoverkeer op straat. Ik  kan mij moeilijk voorstellen dat dit allemaal ritjes naar winkels voor essentiële levensbehoeften zijn. Veel mensen gaan gewoon naar kantoor ook als dat in principe nergens voor nodig is. Daarnaast vindt er volgens mij heel veel familiebezoek plaats. Dat kan niet anders in een land waar Minister Hoekstra de massa voorgaat door voor een campagnefilmpje nota bene de ijzers onder te binden op een plek waar het volgens de coronaregels absoluut niet mag.

De mensen doen zich braaf en volgzaam voor. Het zijn slechts kleine minderheden – groupuscules noemden we ze een halve eeuw geleden in het wonderjaar 1968 –, het zijn slechts kleine minderheden die met leuzen en spandoek de straat opgaan. Zij ontmoeten onmiddellijk de scherpte van de wet en de hoon van de medeburgers. Die pakken het zelf anders uit. Zij demonstreren niet met leuzen en spandoeken. Ze verzamelen zich ook niet op pleinen. Ze stromen massaal naar het groen. Het zijn er zoveel dat de boa’s en de boswachters nauwelijks kunnen handhaven. Zo slijt de lockdown in het dagelijks gebruik.

Er begint iets te veranderen: op de straten hangen niet alleen de koppen van de relmakers maar ook grote billboards van Herstel.nl, die een totale openstelling van Nederland eisen terwijl de risicogroepen – vooral ouderen – zogenaamd geholpen moeten worden zichzelf te isoleren. De kopstukken zijn geen wappies en virusontkenners zoals Willem Engel maar gerenommeerde professoren. Bijvoorbeeld Barbara Baarsma, ook nog topvrouw bij de Rabo. Billboards neerzetten is een dure grap. De website ziet er professioneel en gelikt uit. Het ontbreekt deze pressiegroep kennelijk niet aan geld. Mag ik vragen waar dat vandaan komt? Let op mensen, de dingen gaan aan het schuiven maar een ding gaat niet aan het schuiven: van dat virus komen we niet zo gemakkelijk af ook als we in staat zouden zijn de bevolking binnen een paar maanden als geheel te vaccineren. Ondertussen gaat het wrikken in de naden van onze standvastigheid door.

We zitten in het net, mensen en wie er gevoelig voor is, moet maar denken de verschrikking van de nacht hoef je niet te vrezen, ook de pijl niet die overdag op je afvliegt, noch de pest die rondwaart in het donker, noch de plaag die toeslaat midden op de dag. Al vallen er duizend aan je linkerzijde en tienduizenden aan je rechterhand, jou zal niets overkomen”.