Nu Lodewijk Asscher eindelijk het besluit heeft genomen om zich als lijsttrekker van de PvdA terug te trekken, is er maar één kandidaat waar niet alleen de partij maar ook het land iets aan heeft. Aangezien hij heeft aangegeven niet beschikbaar te zijn, lijkt het mij tijd voor de actie “Trek Aboutaleb over de streep”.
Mij is nooit duidelijk geworden waarom Diederik Samsom in een broederstrijd met Lodewijk Asscher zijn partijleiderschap opnieuw moest bevechten? Diederik was geen arbeidersjongen, nee, maar wel bevlogen en als lijsttrekker had hij de PvdA bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 naar 38 zetels geleid.
Toen Asscher Samson van zijn troon had weten te stoten, leidde dat tot een historisch dieptepunt van 9 zetels. Zelfreflectie was echter niet het sterkste punt van het zondagskind, wiens ambities altijd veel duidelijker waren dan zijn betrokkenheid bij de sociaaldemocratie: hij wilde minister-president worden, zoveel was duidelijk, maar alle woorden over sociale rechtvaardigheid waren net zo leeg als de zetels van zijn Tweede Kamerfractie.
Asscher was de verpersoonlijking van hét probleem van de PvdA: het partijkader bestond alleen nog uit hoogopgeleide leden. Die waren het zicht op de dagelijkse realiteit van werknemers zonder kantoorbaan verloren. Absoluut dieptepunt was de afschaffing van de basisbeurs. Die was decennia het middel voor kinderen uit minder rijke milieus om een maatschappelijk positie te bereiken. Dat het partijkader zelf rijk genoeg is om studiebegeleiders en trainingen voor hun kinderen te betalen, toont de minachting naar de oorspronkelijke achterban.
Die was al massaal vertrokken naar populistische partijen als de SP en PVV, of stemde helemaal niet meer. Wat overbleef was een goede opgeleide middenklasse die al naar gelang de stemming was stuivertje wisselde tussen PvdA, GroenLinks of D66.
Maar nu dient zich weer een echte arbeidersjongen aan: Ahmed Aboutaleb. Hij deed zowel de LTS, MTS als HTS, een echte stapelaar zoals door de sociaaldemocratie bedacht. Hij komt van ver, het Rifgebergte, en weet als geen ander wat er nodig is om mensen verder te helpen die dat niet van uit huis meekrijgen. En dat is niet alleen goed voor die mensen, maar daar profiteert de hele maatschappij van. Dat is de kern van de sociaaldemocratische gedachte.
Grote verdelingsvraagstukken zijn nog altijd actueel: wie betaalt de prijs voor de klimaatcrisis? Moet werken niet meer beloond worden dan rendement op vermogen? Hoe kunnen ook groepen met een klein inkomen goed blijven wonen? Aboutaleb kan deze vraagstukken weer tot de kern van de partij maken. Daarnaast schuwt hij de discussie over culturele identiteit niet en heeft hij hier veel gezag in opgebouwd. Aan beide kanten van het gepolariseerde debat. Als geen ander weet hij zijn weg te vinden in onze populistische democratie. Met de stroom mee, maar als het moet, er tegenin. Het aanvankelijke verzet van Leefbaar Rotterdam tegen zijn burgemeestersbenoeming verschrompelde bij zijn kwaliteiten. Hij is ook in staat om kiezers van populistische partijen terug te winnen. Dat mensen niet meer ergens tegen stemmen maar voor een perspectief is cruciaal in een democratie. Aboutalebs bestuurlijke kwaliteiten zijn daarnaast hard nodig om het land te leiden: Rutte begint wellicht aan zijn laatste ronde en andere kandidaat-premiers heb ik nog niet gezien. Hij heeft het vermogen om partijen bij elkaar te brengen. En na 30 jaar neoliberalisme is een premier met een sociaal gezicht een welkome afwisseling.