Er is commotie ontstaan over het bezoek van Ank Bijleveld aan de kerstdienst. Dit betrof de Hofkerk in haar woonplaats Goor. Vrijheid van godsdienst is een groot goed. Kerst is met de geboorte van Jezus één van de belangrijkste christelijke feesten. Logisch dat dit door gelovigen in een kerk gevierd wordt. Laat Ank Bijleveld toch, zou je zeggen. Maar sinds maart bevindt Nederland zich in een enorme crisis. Het land wordt geteisterd door een epidemie en de regering heeft vergaande maatregelen genomen om COVID-19 in te dammen. Ank Bijleveld is niet zomaar een inwoner van Goor maar de minister van defensie. Ze is dus lid van de regering die alle vrijheidsbeperkende maatregelen heeft genomen.
Volgens dominee de Jong van de Hofkerk in Goor zijn de kerkdiensten met kerst in de eerste plaats bevoeld voor online, voor mensen die geen internet hebben of die echt eenzaam zijn. Andere kerkleden worden geacht de diensten online te volgen. Dat onze minister van Defensie thuis niet over Internet zou beschikken, lijkt me niet heel goed voor ons veiligheidsgevoel. Het zou wel verklaren dat allerlei waarschuwende appjes van Grapperhaus – Ank, ook mijn schoonmoeder zegt het: doe het niet! – niet zijn aangekomen. Dat minister Bijleveld dan in de categorie echt eenzaam zou vallen maakt het allemaal niet feestelijker en zeker niet geloofwaardiger. Want naar eigen zeggen bezocht ze de kerkdienst omdat haar man vrijwilliger is bij de Hofkerk en ze een uitnodiging voor de dienst had. Dat klinkt als een normaal sociaal leven. Het is overigens wel een novum: een minister die men niet gelooft over een kerkbezoek.
Dat Ank Bijleveld ondanks het evenementenverbod een kerkdienst in levende lijve kon bezoeken, wordt verklaard uit het grondwetsartikel vrijheid van godsdienst. En je ziet in de media dat dit klakkeloos herhaald wordt. Maar vrijheid van godsdienst is natuurlijk iets anders dan de vrijheid om een epidemie te verspreiden. Bovendien zijn alle burgers voor de wet gelijk en kan het niet zo zijn dat een groepje uitverkorenen zich aan de maatregelen mag onttrekken. Je kan wel geloven dat je uitverkoren bent, en dat kan zelfs de kern van je godsdienst vormen, maar wat het aardse deel van je bestaan betreft, geldt voor iedereen dezelfde opdracht: de epidemie tot staan brengen door je aan de maatregelen te houden. Voor de niet-gelovigen onder ons rest daarbij alleen dit leven, van gemiddeld een jaar of 80. Gelovigen hopen of gaan uit van een eeuwig leven. Dan zou het toch oneerlijk zijn dat over die korte periode op aarde er ook nog ongelijke behandeling zou plaatsvinden ten voordele van hen die straks een nog veel langer leven resteert.
Als de vrijheid van godsdienst zo absoluut zou zijn als men suggereert, dan zouden toch nooit al die beperkingen zijn opgelegd. Want de meeste kerkdiensten vinden intussen online plaats. Men houdt wel degelijk rekening met de afstandsregels. Daaruit blijkt dat zowel de regering als de kerkgenootschappen beperkingen in het uitoefenen van hun plechtigheden accepteren.
Minister Bijleveld had natuurlijk wijzer moeten zijn. Nu haalt ze de media als de tweede minister die zich aan de coronaregels onttrekt. Terwijl ik graag een minister van Defensie op het journaal had gezien als leider van de grootste logistieke operatie uit de Nederlandse geschiedenis. Alle sporthallen gevorderd, wegen voor transport vrijgemaakt, duizenden soldaten die de inenting van 17 miljoen Nederlanders tot een gestroomlijnd proces hadden gemaakt. Hele dorpen tegelijk met de precieze van een militaire operatie. En dat we dan in april allemaal weer vrij zouden zijn geweest om te gaan en staan waar we willen.