Er is de laatste tijd in Dordt nogal wat te doen rond dakloosheid, lieve mensen. Bewoners van de buurt Kromhout verzetten zich tegen de uitbreiding van de opvangfaciliteiten voor thuislozen omdat ze hun aanwezigheid als overlast ervaren. En pas nog gaven handhavers van de gemeente twee seksende daklozen een bekeuring voor deze verboden liefdesdaad. Daarbij lieten ze het niet, ze zetten ze ook op de kiek. Dat plaatje heeft – met geblurde gezichten – nog een dag op hun website gestaan voordat een wijze superieur het liet weghalen. Het schijnt trouwens wel vaker voor te komen, seks aan de openbare weg in Dordrecht. Er is nog een melding van de handhavers over zo´n feit. Repressie, meldden zij erbij, was in dit geval de enige mogelijkheid want met de betrokkenen was al lang geen goed garen meer te spinnen.
Naar aanleiding hiervan zou ik graag, met U, waarde luisteraar, beminnelijke luisteraarster, een klein geldachtenexperiment aangaan. Stel, het zijn niet anderen, het is U die op straat komt te staan. Dat gebeurt tegenwoordig sneller dan je denkt met deze enorme woningnood. Je hoeft je baan maar kwijt te raken en te ontdekken dat de uitkeringen tegenwoordig veel minder voorstellen dan U altijd op verjaardagen had beweerd, of U wordt wegens huurschuld dan wel achterstand bij de hypotheekbetalingen op straat gemieterd, terwijl de zorgverzekering en de belastingdienst ook al deurwaarders hadden gestuurd. Door boetes en toeslagen blijft Uw schuld maar stijgen. Bij de gemeentelijke kredietbank hebben zij een wachtlijst van hier tot Tokio. U meldt zich op het raadhuis maar daar vertelt een of andere lul van de gemeente u dat U zelfredzaam bent en daarom zelf onderdak moet zoeken. Het lukt U niet om waanzin of verslavingen of een combinatie daarvan op overtuigende wijze te veinzen. Dus U wordt er uitgegooid zoals een dakloze meneer verleden jaar in Rotterdam overkwam, toen hij weigerde het stadhuis op de Coolsingel te verlaten omdat hij blijkbaar niet kon geloven dat de overheid al lang niet meer het schild voor de zwakken is. U staat dus op straat en bent aan U zelf overgeleverd. U hebt niet eens een vast adres meer.
Er staan U nu twéé wegen open. U probeert zoveel mogelijk het leven van de fatsoenlijke burger voort te zetten. U gaat naar de toiletten van de bibliotheek of van de Bijenkorf om zich te wassen en – als U man bent – zich te scheren in de hoop dat geen klant de bewaking waarschuwt. U wilt presentabel blijven. U zit des nachts recht overeind op de bankjes van het station omdat u weet dat gaan liggen weggejaagd worden betekent, althans op die van Rotterdam. U blijft bent bij instanties die opnieuw vertellen dat U zelfredzaam bent of u op lange wachtlijsten zetten. U krijgen ze er niet onder.
Of U pakt het anders aan. U denkt: ze hebben mij uitgekotst. Ik kots ze onder. Leven volgens de normen en de waarden van de fatsoenlijke maatschappij is allemaal mooi en aardig maar daar heb je wel een inkomen voor nodig en een dak boven het hoofd. Ik kan mij dat niet meer veroorloven. De meeste mensen hebben een WC in hun huis. Mijn huis is de straat. Dus de straat is ook de WC en wie dat ruikt of ziet, daar kan ik me niet om bekommeren. Die pot van mij daar staan geen muren omheen en er zit geen deur voor. Jammer maar helaas. Als ik wil zingen zing ik, als ik wil vloeken, vloek ik. Als ik wil staan, sta ik. Als ik wil liggen, lig ik. En voor de rest kan iedereen de zenuwen en het apelazarus krijgen. Waarom zou je je nog wassen. Jezelf ruik je toch niet. Ik heb geen privacy meer, zou je kunnen zeggen. Of nog beter: nu ik op straat moet leven, is mijn leven een grote openbare voorstelling geworden. Wees blij dat er geen entree wordt geheven. Nog een stap verder en je heft die entree wel. Mijn geliefde werd laatst aangesproken door een zwerver die zei: ¨Hebt U misschien een euro voor mij?¨ Ze zei: ¨Nee¨. Toen ging hij verder: ¨Hebt U dan misschien twee euro voor mij¨. Ze gaf hem zijn honorarium meteen.
Ga het aan, dat geldachtenexperiment: wat zou U doen als U op straat kwam te staan? En wees daarbij eerlijk tegenover U zelf. Het blijft tenslotte nog even theorie allemaal. En luister hierbij naar dit prachtige lied: als ik wil roken, rook ik, als ik wil drinken drink ik, maar dan in het Braziliaans Portugees door de grote Zeca Pagodinho….