Fijne kerstdagen, wou ik zeggen, maar dat is eigenlijk mosterd na de maaltijd. ‘t Is nog net geen twaalf uur bij wijze van spreken. Fijne kerstdagen zou mosterd na de maaltijd zijn. Toch, lieve mensen, is dit een moment om elkaar de hand te drukken en een zucht van verlichting te slaken. Het is allemaal weer voorbij. Morgen komt het zonnetje weer op en dat is het een gewone dag. De winkels zijn open. Het is hier en daar markt. Natuurlijk, oudjaar komt eraan maar toch is alles weer normaal. En dat voelt heel goed. Tenminste bij mij.
Kerstmis brengt hoe dan ook een enorme hoeveelheid stress met zich mee. Je moet je een weg banen door afgeladen winkelcentra om genoeg bijzondere leeftocht voor de feestdagen in huis te halen. Als U meedoet aan de slechte gewoonte om cadeautjes onder de kerstboom te leggen – een vorm van Amerikaans cultureel imperialisme waar we ons verre van moeten houden. Wij doen aan Sinterklaas – levert dat ook weer een heel gepuzzel op. En alsof dat allemaal nog niet genoeg was, is kerstmis ook nog eens het feest van de vrede. U dient met de hele familie in goede sfeer rond de dis te zitten en er hoort geen wanklank te vallen. Niet over het geplande Feyenoord stadion. Niet over de energietransitie. Niet over het slavernijverleden. Niet over de hertjes van de Oostvaardersplassen. Nergens over. Het moet gezellig zijn. En dan heb ik het nog niet eens over de seks. Ik weet niet of het U ook is opgevallen, dames en heren, maar in de reclames gaat het de laatste jaren toch vaak over kerstmode en rode lingerie en zo. Niet alleen op het terrein van de medemenselijkheid en het familiegevoel maar ook op dat van de seks, dienen topprestaties te worden geleverd. Kortom, dames en heren, met kerstmis kom je er niet zo gemakkelijk van af. Dat gaat allemaal niet in je kouwe kleren zitten. Eigenlijk krijgen alleen bewuste christenen een rustpunt van een uur of wat: in de kerk als zij onder de preekstoel zitten.
Toen ik bij mij thuis de kerststal opzette, merkte ik dat de enige herder uit mijn groep het hoofd verloren had. Gelukkig lag dat elders in de doos. Een tube lijm deed wonderen en je moet wel heel goed kijken om na de hersteloperatie het litteken nog te zien. Daar ligt dan het kindje Jezus in zijn kribbe omringd door Josef, Maria, de os en de ezel. De drie koningen, een stelletje schapen en de engel met Gloria in excelsis deo zijn ook present. Ik kon mij voorstellen wat ik zou horen als ik daadwerkelijk op kerstmis naar de kerk ging: kribbe, stal, geen plaats in de herberg, vluchtelingen, kou verlossing. Ik dacht aan de jaren zeventig toen je nog kritische kerstvieringen had. Daar is nu geen sprake meer van. Ik ken nog één echtpaar dat tijdens de kerstdagen bewust boerenkool eet, opgesloten in hun woning. In plaats daarvan verheugen wij ons van de beelden over de kerstdiners voor de daklozen en de vaste klanten van de voedselbank. Glunderend laten zij zich de aangeboden spijzen goed smaken. Er gaat heel wat tijd van vrijwilligers in zitten om zoiets tot stand te brengen om dan nog maar te zwijgen over de donaties in geld en in natura door bedrijven die van de kerstsfeer bevangen zijn. Wij laten onze zwervers en onze armen niet in de steek. Toch bevangt mij bij het zien van zulke beelden een zekere woede. Het is een onvruchtbare woede en ze leidt nergens toe maar ze is niet minder reëel. Het is onacceptabel dat een rijke samenleving als de onze het accepteert, dat dakloosheid voorkomt en voedselbanken bestaan. Dat het toch zo is heeft maar met één ding te maken: verkeerde politieke keuzes. Het hoeft niet maar we laten het toe. En we kopen het af met van die diners op kerstmis. Hoe dan ook, het is deze jaarlijkse mix die ons tegelijkertijd aantrekt en afstoot. Daarom ben ik altijd een beetje opgelucht als we ere weer voor een jaar van af zijn. U ook. Ontken het maar niet. ©Han van der Horst