Beluister hier het programma via Programma Gemist
Ik zal een jaar of 14 geweest zijn toen ik een bezoek bracht aan bioscoop Kriterion, op het dak van het Groothandelsgebouw aan het Stationsplein te Rotterdam. Daar draaide de film Fahrenheit 451, een Engelstalige sciencefictionfilm uit 1966 van de Franse cineast Francois Truffaut met in de hoofdrol Jullie Christie die speciaal voor deze rol haar mooie lange blonde lokken had afgeknipt. De film was gebaseerd op het gelijknamige boek van de Amerikaanse schrijver Ray Bradbury uit 1953, precies een jaar voor mijn geboorte.
De titel refereert aan de temperatuur waarop boekpapier vlam vat en verbrandt; 451 graden Fahrenheit. Zonder een jaartal te noemen speelt het verhaal zich af in de nabije toekomst in een wereld waar boeken verbannen zijn en kritische gedachten worden onderdrukt. De televisie, een uitvinding welke toen nog amper in ons land de huiskamer is binnengedrongen en waarvan slechts de rijken een exemplaar bezitten, heeft het boek verdrongen en zelf nadenken is uit den boze. Guy Montag, in de film gespeeld door Oskar Werner, is brandweerman. Maar in plaats dat hij branden blust, moet hij ze aansteken. Zo vernietigt hij het meest waardevolle maar ook meest illegale bezit dat je kunt hebben; boeken.
De gewetensvraag van een tienermeisje en de zelfmoordpoging van zijn vrouw Linda Montag, beiden gespeeld door Jullie Christie, brengen Montags overtuiging aan het wankelen: Hij begint boeken te verstoppen. Wanneer hij ontmaskert wordt moet hij vluchten voor zijn leven. De film maakte een onuitwisbare indruk op mij. Vreemde film overigens voor een jongen van 14 om naartoe te gaan. Al mijn vriendjes bezochten in die periode films als Ben Hur en El Cid met Charles Heston in de hoofdrol. Ik verliet de bioscoop met een dubbel gevoel namelijk van angst en van liefde. Het eerste vanwege de beklemming welke de film je oplegde en het laatste omdat ik in die anderhalf uur dat de film duurde hevig verliefd werd op de kortgeknipte Jullie Christie. Ze was na mijn buurmeisje Sonja van Dam uit de Anjerstraat op het Rotterdamse Noordereiland en Lonneke van Haaren en Elisabeth Baker uit de Walchersestraat, het vierde meisje in mijn leven waarop ik verliefd werd. Wat dat betreft moet zanger Hans de Booij mijn nooit geschreven autobiografie hebben gelezen toen hij het nummer ‘Ik hou van alle vrouwen’ op de plaat zette. De film leverde mij ook nog eens een dikke voldoende op want als enige kon ik meester Maagdenberg op de Havenvakschool vertellen dat 451 graden Fahrenheit papier spontaan doet ontbranden.
De toekomst; het is het jaar waarin de laatste boekwinkels op last van de overheid worden gesloten. Het lezen en in bezit hebben van boeken is niet langer toegestaan als alleen voor zij die lid zijn van de Orde in de Uil van Minerva. In het hart van Rotterdam worden de twee allerlaatste vrije boekwinkels Snoek aan de Meent en Donner op de Coolsingel in brand gestoken door de Zwarte Wachters van Baudet. Donkere roetwolken vullen de hemel boven de stad. De boeken die het volk nog wel mag lezen zijn die welke door het bevoegd gezag op een boekenlijst zijn geplaatst. Op nummer 1 staat ‘De Memoires van een Pianoman’ en op 2: ‘De dood van de Vakbonden’.
In een ondergrondse bioscoop zit een 14 jarige jongeman naar een illegale film te kijken, de remake van de allereerste ‘Fahrenheit 451’ uit 1966 met in de hoofdrol de voor de film kortgewiekte Duitse actrice Frida van der Hor, vernoemd naar haar betovergrootmoeder, een positief ingestelde en geweldloze activiste die in 2045 aan het hoofd stond van een Nederlands-Duitse beweging welke wist te voorkomen dat de tot grootste bibliotheek van Europa ongebouwde nieuwe Rijksdag in brand werd gestoken door de Baudetistische beweging. Verward verlaat hij na afloop het kleine zaaltje. Een mengeling van angst en heftige verliefdheid nemen bezit van de jonge knaap.