Lieve mensen, ik weet niet of U al zenuwachtig bent, maar ik wel. Morgen na het vallen van de avond zal er hard op de deur worden gebonsd. Een geloei klinkt door de schoorsteen. We hollen naar de deur en daar staat de zak met cadeautjes. Mijn vroegste herinnering eraan is al zeventig jaar oud. Moet je nagaan. Na het bonken ging de deur open en verscheen er even iets dat leek op zwart kroeshaar. Ik schrok op. Was dat nu Piet of stond mijn moeder van achter de deur met het zwarte hoedje te zwaaien dat oma altijd opzette als zij op zondag naar de kerk ging. Deze flits van ongeloof joeg ik snel weg toen de zak binnenkwam. Hij was wel heel groot. Ik kreeg een echt pakhuis met drie verdiepingen, raampjes met mica ervoor en schuifdeurtjes. Ik maakte ze open en daar lagen allemaal zakken. Er zat ook een hijswerktuig aan. Later, veel later, kwam ik het model van dat pakhuis in een boek voor doe het zelvers tegen. Toen werd alles duidelijk: mijn vader had dit geweldige cadeau persoonlijk in elkaar gelijmd en getimmerd en tenslotte alles prachtig geverfd. Hij moet er minstens twee weken zijn avonden aan hebben besteed terwijl ik vredig sliep in mijn bedje.
Nu, zoveel jaar na dato, zijn de dingen sterk veranderd. Ik heb het gevoel dat ik Sint Nicolaas – al zal hij mijn huisje zeker niet voorbijrijden – in bescherming moet nemen. De goedheiligman is namelijk het slachtoffer van verraad. Anders kun je het niet noemen. En misschien ook nog wel van gemakzucht. Dat is des te erger omdat hij juist in de steek wordt gelaten door de gasten van wie hij vanouds de schutspatroon is. Ha, denkt U. Nou begint het. Nou gaat hij dat woke gedoe, waar ik zo´n hekel aan heb, stevig de maat nemen. Nou dan bent U bij mij aan het verkeerde adres. Althans vanavond. Het verraad schuilt elders.
Zoals U allemaal weet begon Sint Nicolaas zijn loopbaan als bisschop van Myra, een stad die tegenwoordig in Turkije ligt. Vanwege zijn goedgeefsheid, die soms met het doen van wonderen gepaard ging, werd hij al kort na zijn dood heilig verklaard. Sint Nicolaas is vanouds bij de orthodox christelijke kerken van het oosten populair maar ook in Nederland is hij zeer geliefd. Dat komt omdat hij de patroon is van kooplieden, vissers, bakkers, apothekers, parfumeurs schilders et cetera. Ook van de hoeren trouwens maar die nuttige beroepsgroep laten we hier even buiten beschouwing. Omdat ons land vanouds veel visserij en koophandel kende, waren de nodige kerken en kapellen aan Sint Nicolaas gewijd. Zijn gestalte raakte vermengd met eerdere heidense godheden, in het bijzonder Wodan, en zo ontstond de figuur die eens per jaar verschijnt om de onschuld te belonen en de schuldigen te straffen.
Wat zien wij nu gebeuren? Het zijn juist de nazaten van de kooplieden, de middenstanders en de grootwinkelbedrijven, die Sinterklaas in de steek laten. Vroeger beheerste zijn gestalte weken lang de etalages. Zijn knechten bevolkten de binnensteden in groten getale en deelden met ruime hand pepernoten uit. Zij waren hiertoe in staat dankzij het reclamebudget van de winkeliersvereniging. Dat is nu allemaal afgelopen. Je hoort hoogstens een bandje met sinterklaasliedjes spelen. De sint is in de ogen van de ondernemers in de centra van onze steden en dorpen een risicofiguur geworden, iemand die gelazer kan veroorzaken uit verschillende hoeken. Dat heb je liever niet. En daarom begin je meteen maar met het scheppen van de kerstsfeer. De etalages van de Bijenkorf in Rotterdam zijn wat dat betreft een treurig stemmend voorbeeld.
Maar ik sta achter Sinterklaas en ik hoop dat U dat ook doet. Vier zijn feest. Laat het aan de Amerikanen en de Engelsen over hun cadeautjes op kerstmis te geven. Met de kerst geven wij Nederlanders geen cadeautjes. We eten ons ongans. Geschenken geven wij door de bemiddeling van Sinterklaas en van niemand anders. En dan nu uit de sinterklaasfilm Het grote Sneeuwavontuur: Rock and roll in Tirol https://www.youtube.com/watch?v=RpDMk70rvFI