Het is tegenwoordig kommer en kwel op de gemeentehuizen, lieve mensen. Dat danken we aan Den Haag. Het laatste kabinet Rutte zette al een enorme bezuinigingsoperatie in gang rond de rijksbijdragen aan het lokaal bestuur en Schoof doet daar nog eens een stevige schep bovenop.
De burgers merken dat nu al. Ze worden geconfronteerd met zwaardere gemeentelijke lasten. Voor het vuilnis moet je méér betalen en de Onroerend Zaak Belasting gaat ook de hoogte in. Tegelijkertijd zien ze dat de overheid steeds minder voor hen doet. Wethouders zetten noodgedwongen het mes in voorzieningen als musea, ontmoetingscentra en podia voor toneel en muziek.
Wat overal ook in het vizier komt, zijn de zwembaden. Bij mij in Schiedam wordt er over een half jaar één gesloten. Dat heeft lang niet alleen met gemeentelijk geldgebrek t maken maar het vooruitzicht van nog meer bezuinigingen, gaf het laatste duwtje.
Ik zat op de lagere school in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het was een arme tijd. We aten lang niet elke dag vlees en als oma mij een stuiver toeschoof om te besteden in het snoepwinkeltje was ik de koning te rijk. We woonden op nummer 100b en bij ons in de straat stond één auto, een Renault. De trotse bezitter had een paar deuren verder een leesbibliotheekje waar de vrouwen kasteelromans leenden en de mannen cowboyboeken of detectives met in de hoofdrol Jerry Cotton.
En wij schoolkinderen gingen vanaf de vierde klas allemáál naar het zwembad, eens in de week. Dat had de gemeente Schiedam zo geregeld. Alleen met een briefje van de dokter kwam je er onder uit. Op de aangegeven dag – bij mij woensdag – ging ik naar school met onder mijn arm een handdoek waarin een zwembroekje was gerold. Om kwart voor elf gingen wij in de rij naar het Sportfondsenbad en daar leerden wij zwemmen van strenge badmeesters want de sfeer in de sport was nog heel militaristisch.
Maar we leerden wel zwemmen. Allemaal.
Helemaal gratis was het overigens niet. Ik meen mij te herinneren dat ik elke week twee of drie dubbeltjes meekreeg voor de meester, die dan met het Sportfondsenbad afrekende. Dat was best géld in die tijd, maar de meeste ouders konden dat wel betalen.
Geen mens maakt mij wijs dat er nú geen geld is voor zwembaden. Als ze in die arme tijd massaal en betaalbaar zwemonderwijs konden organiseren, dan moet het vandaag de dag toch helemaal mogelijk zijn. Maar de meeste zwembaden zijn geprivatiseerd. Ze moeten hun eigen broek op houden zoals dat heet. Het is tegenwoordig een dure liefhebberij je kinderen aan een zwemdiploma te helpen. Toch hebben de directies van zwembaden er bijna allemaal moeite mee het hoofd boven water te houden. Ze lijden verlies. Gemeentes moeten dat dekken. Daardoor raken zwembaden in de gevarenzone.
Je leest tegenwoordig steeds vaker dat mensen verdrinken. In een waterrijk land als het onze zou iedereen moeten kunnen zwemmen zodat je je kunt redden als de nood aan de man komt. Zeker met de klimaatverandering in het vooruitzicht. We dachten altijd: met die Deltawerken zijn we veilig. Dat blijkt in verband met de slechtere weersomstandigheden en de hogere zeespiegel een illusie. Zwemmen is niet alleen goed voor je lijf het kan ook nog eens je leven redden.
Dus gemeentebestuurders, wees zuinig op je zwembaden. Als je ze eenmaal kwijt bent krijg je ze niet snel meer terug. En dan nu: beetje punkrock over zwemmen. https://www.youtube.com/watch?v=MCWGq7rMprI