Iedereen begrijpt dat je als vluchteling naar Nederland wilt komen. Wij hebben het mooiste land ter wereld, toch?
In Nederland maken we onderscheid tussen mensen die vluchten voor geweld en vervolging aan de ene kant. Aan de andere kant zijn er ook mensen die vluchten voor armoede, honger en/of ziekte, klimaat-verandering zoals droogte of overstromingen.
Die laatste groep worden soms ‘gelukszoekers’ genoemd. Dat zijn het natuurlijk ook. Niet voor niets spreekt de nieuwste Bijbelvertaling van ‘gelukkig’ in plaats van ‘zalig’. Het zoeken naar geluk is een mensenrecht.
De meeste vluchtelingen blijven in hun eigen regio. Die komen hun werelddeel nooit uit. Van de rest komt een heel klein deel naar Nederland. Maar ons land is ook klein. Dus als er een paar honderd meer komen dan verwacht, loopt het over.
Slechts 4 procent van de vluchtelingen die Nederland binnenkomt, komt uit een ‘veilige’ situatie. En met veilig bedoelen we: vluchtelingen die arm zijn (naar Nederlandse maatstaven) of vluchten voor natuurrampen. Dan moet je terug. Want het is “thuis” veilig. Vinden wij als Nederland.
De groep die wel mag blijven heeft recht op een woning.
En op dit moment zitten er evenveel mensen in Ter Apel ‘vast’ omdat ze geen woning krijgen van een gemeente, als dat er buiten moeten slapen.
Oftewel: als elke gemeente zijn plicht nakomt, hoefden er geen vluchtelingen buiten te slapen. Niet alleen het Rijk faalt, die gemeenten falen ook.