Beluister hier de column

Lieve mensen, in Delft hebben ze een mooi initiatief omarmd: er moet een museum komen, gewijd aan Jacques van Marken. Het zijn niet de minsten die zich voor dit eerbetoon inzetten. In het comité van aanbeveling treffen we de namen aan van Wim Pijbes, die men in Rotterdam vooral kent van het Landverhuizersmuseum maar een verleden heeft als directeur van het Rijksmuseum, van oud minister Edith Schippers en van  professor Tim van der Hagen. Hij is nu de grote baas van de TU Delft maar gaf ooit leiding aan het reactorcentrum, de kleine kerncentrale van de universiteit waarvan je de koepel uit de auto op de snelweg kunt zien.

Een museum voor Jacques van Marken. Wat kan ons dat schelen? Wie was die man nu helemaal.

Van Marken –  1845-1906 – was ondernemer. Hij stichtte met een stevig krediet van de Rotterdamse Bank Mees en Zonen buiten de oude stad Delft de Gist en spiritusfabriek. Daaruit zijn later Gist Brocades en Calvé voortgekomen maar dat is een ander verhaal.

Hij was in alle opzichten een vernieuwer. Zo haalde hij als eerste particulier van Nederland telefoon in huis. Dat was in 1880. Toch was hij in zijn eigen tijd niet daarom bekend. Hij gold als een idealist en een utopist. Hij wilde laten zien dat je tegelijkertijd veel geld kon verdienen én je personeel een behoorlijk bestaan gunnen. Van Marken vormde een soort ondernemingsraad om met zijn personeel de gang van zaken in de fabriek te bespreken. Hij richtte een weekblad op, de Fabrieksbode en – wat belangrijker was – hij vond dat hij zijn verantwoordelijkheid moet nemen wat betreft de huisvesting van zijn mensen. Ondernemers hadden de zedelijke plicht hun personeel zélf onder dak te brengen. Daarom verrees er in de buurt van de fabriek een woonwijk, die van Marken naar zijn vrouw Agnetapark noemde. Dat is tegenwoordig een monument. Zijn arbeiders kregen er voor die tijd ruime en gezonde woningen. De meeste Nederlanders woonden toen nog in ellendige krotten.

Agneta van Marken bemoeide zich uitvoerig met de maatschappelijke activiteiten van haar man. Was haar relatie met Jacques een match made in heaven? Ze zijn altijd bij elkaar gebleven ondanks het feit dat hij er een buitenechtelijke relatie op na hield. Bij zijn geheime liefje had hij al vijf kinderen gekregen toen Agneta er achter kwam. Ze heeft hem blijkbaar vergeven want na het overlijden van deze maitresse namen zij en Jacques de drie kinderen die nog leefden, in hun gezin op.

Van Marken sloot voor zijn personeel ook nog een ongevallenverzekering af, een soort voorloper van de Wet Arbeidsongeschikheid. Daarnaast richtte hij een ziekenfonds op.

Van Marken was in zijn eigen tijd een beroemdheid. Werkgevers lieten zich in meer of mindere mate inspireren door zijn voorbeeld. Het was rond een eeuw geleden heel normaal als een bedrijf met veel personeel woningbouw ter hand nam of financieel steunde. Of zorgde voor sportfaciliteiten zoals Philips dat deed met PSV of een ontspanningsgebouw. Bij ons in de streek steekt het dorp Heyplaat – met alle faciliteiten gebouwd door de RDM – het Agnetapark naar de kroon. Die mentaliteit is bij werkgevers helaas uitgestorven, zeker in de laatste veertig jaar, toen marktwerking en neoliberalisme opgeld deden. De meeste grote bedrijven beperken zich tegenwoordig tot hun kernactiviteiten: produceren en geld verdienen.  Welzijn en sociale rechtvaardigheid zijn niet hun verantwoordelijkheid maar die van de staat.  En voor de rest moet iedereen maar zoveel mogelijk zelfredzaam zijn.

We zien nu hoe op veel terreinen de wal het schip keert. In deze onzekere tijden kunnen we juist een voorbeeld nemen aan pioniers zoals Jacques van Marken. Hij heeft geschapen wat in deze tijd zo node werd gemist: stabiliteit. Dat museum moet er maar komen. Hij heeft het verdiend. Wij eren hem vast met een hit die hij zeker zelf heeft gehoord en die – moeten we toegeven – wel paste bij zijn persoonlijke levensstijl: tell me pretty lady,  https://www.youtube.com/watch?v=IvlgSA9INx8