Lieve mensen, je hoort soms dingen waarvan je automatisch de hele mensheid gaat haten. Tot je beseft dat je er zelf ook toe behoort en geen haar beter bent dan de rest. Deze overweging kwam pas nog bij me op toen ik in het AD een bericht las over een triest proces waarin twee hardnekkige partijen elkaar het leven zuur maken en daardoor in ieder geval gezamenlijk iets moois dreigen kapot te maken. In dit geval iets wat de Fransen noemen een lieu de memoire, letterlijk vertaald een herinneringsplek. Dat is een locatie waar zich een belangrijke gebeurtenis voordeed die verankerd ligt in het collectieve geheugen van de bevolking.Het gaat in dit geval om de officiële capitulatie van de Nederlandse strijdkrachten in de meidagen van 1940. U weet het allemaal: de koningin en de regering waren naar Londen gevlucht om van daaruit de strijd voort te zetten. De opperbevelhebber van leger en vloot generaal Henri Winkelman moest doorvechten zo lang het nog zin had en de nadelen de voordelen niet overschaduwden. Hij besloot dat het zo ver was, toen de Duitsers dreigden na het bombardement op Rotterdam ook andere steden onder handen te nemen. Letterlijk onder de rook van de brandende binnenstad werd de capitulatieovereenkomst getekend in de lagere school van het dorpje Rijsoord, gemeente Ridderkerk.
In 1996 kocht de heer Ad Los, bezeten van de Nederlandse oorlogsgeschiedenis, het schooltje van de gemeente. Het lokaal waar de handtekeningen waren gezet bracht hij zorgvuldig terug tot de toestand van 1940. Dat werd de kern van een particulier capitulatie- en verzetsmuseum. Levensgrote poppen verbeeldden de Nederlandse en Duitse delegatie. In de jaren die volgden bracht de heer Los een indrukwekkende collectie bij elkaar voor de tentoonstelling.
Er hoorde ook een voorhuis bij de school. Daar begon hij een bed and breakfast. Los luisterde het geheel ook nog eens op met een planetarium.
In 1996 bedong de gemeente Ridderkerk het recht op terugkoop van deze voor de geschiedenis van Nederland belangrijke plek, waarin het College blijkbaar niet van plan was zélf te investeren.
Dat is de wortel van het kwaad dat we nu zien.
Meneer Los is inmiddels 73 en wil zijn complex verkopen aan een ander. Volgens het contract uit 1996 mag de gemeente dus eerst. Hij wil voor het geheel gerestaureerde complex met inboedel nu een bedrag van 2,5 tot 3 miljoen euro hebben. Klein detail, hij zit zelf voor een lokale partij in de gemeenteraad.
Het College van Ridderkerk bleek niet van plan op dit aanbod in te gaan. B en W waren alleen maar geïnteresseerd in de school zelf en niet in de rest van Los´ bezittingen. Hij liet dat gedeelte wel taxeren en kwam uit op een waarde van 775.000 euro. De gemeente wilde daar niet zonder meer mee akkoord gaan. B en W stellen zich op het standpunt dat Los vanwege het oorspronkelijk contract moet verkopen tegen het bedrag dat de taxateur van Ridderkerk vaststelt en niet die van hem zelf. .
Meneer Los wenst alleen zijn hele bezit in Rijsoord te verkopen, inclusief de inboedel en alle opstallen bij en rond de school. Hij stelde vast dat de gemeente kennelijk geen interesse heeft en plaatste zijn alles op Funda. Nu hebben B en W beslag laten leggen op zijn bezittingen. Zo wil het bestuur van Ridderkerk voorkomen dat iemand anders de hand legt op deze herinneringsplek. Het college is inmiddels wel bereid 7,5 ton te betalen voor de school zelf. In de rest is het niet geïnteresseerd. Van dat aanbod wil de heer Los op zijn beurt niets weten.
Nu moet de rechter het uitmaken.
Dit noem ik gesol met een wezenlijk monument. Eerst verzaakt de gemeente Ridderkerk haar morele plicht de school zélf in te richten als museum. Ze privatiseert de hele teringzooi – vergeef mij de woordkeus maar zo zag het schooltje eruit in 1996 – en stelt een particulier in staat er de hand op te leggen. Zij reserveert wel voor zich het recht van eerste terugkoop maar betracht dan de uiterste zuinigheid als het de kans krijgt dit unieke monument weer in gemeenschapshand te brengen.
Het zegt veel over het morele gehalte van het hedendaagse Nederland dat zulk gesteggel plaats vindt over een voor de vaderlandse geschiedenis zo belangrijke locatie. Het is een schandaal. Het getuigt van frivoliteit en niet van niveau. Vandaar mijn opmerking aan het begin van dit praatje over mensenhaat.
Laten wij nu we het gerinkel van de zilverlingen in de zak horen, maar luisteren naar het lied dat Willy Derby in 1940 zong ter ere van de soldaten die op de Grebbeberg sneuvelden voor Nederland www.youtube.com/watch?v=3kxKv5-K3Pk