Lieve mensen, ik heb een bijzondere gebeurtenis achter de rug. Verleden week vrijdag mocht ik voor het eerst van mijn leven een prijs toekennen. Je steekt dan een lofrede af, zo indringend dat de gelauwerde er het schaamrood van op de kaken krijgt. Nederlanders houden van een feestje maar in het middelpunt van de belangstelling staan omdat ze zélf het feestvarken zijn, dat gaat ze minder goed af. We zijn allemaal opgevoed met bescheidenheid en ¨doe normaal dan doe je gek genoeg¨. Dan krijg je van huis uit niet mee hoe je complimenten in ontvangst moet nemen. Daar zijn Amerikanen en inwoners van zuid-Europese landen veel beter in.
Het ging om de Pietje Bell prijs die na tien jaar eindelijk weer werd toegekend. De verlegen gelauwerde was Mieke van der Linden, die de stad Rotterdam al een dikke dertig jaar op de ene verrassing na de andere heeft getrakteerd. Ze is journaliste, radiomaakster en vormgever van evenementen maar daar gaat het niet om. Dat bepaalt hoogstens de plekken waar je haar tegen kon of kunt komen: Radio Rijnmond, het Filmfestival Rotterdam, Marlies Dekkers, de Doelen enzovoorts. Een van haar recente wapenfeiten is het organiseren van zwembadmiddagen voor honden maar zij heeft ook in het kader van het Filmfestival Rotterdam open lucht voorstellingen georganiseerd op Zuid waar mensen naar toe kwamen die anders nooit kennis hadden kunnen maken met de bijzondere films die het festival elk jaar weer uit de hele wereld opsnort. Met het geld dat aan de prijs verbonden is, wil zij een soort hoofdkwartier maken voor een Marokkaanse meneer van wie niemand weet of hij een geniale kunstenaar is dan wel een gek. In het oude Westen van Rotterdam heet hij de verenman. Je kunt hem op bepaalde kruispunten aantreffen, altijd in een excentrieke outfit die iets te maken heeft met de actualiteit. De politie probeert hem dan weg te sturen want op zulke kruispunten leidt hij de aandacht van de weggebruikers af. Mieke van der Linden echter vindt dat de stad zo´n man moet koesteren. Hij is geen gevaar op de weg. Hij verdient juist ruimte om zichzelf en zijn visie tentoon te stellen.
De betekenis van Mieke van der Linden ligt in het feit dat zij altijd en overal mensen aantreft die het verdienen gehoord te worden. Terwijl ze juist door de goegemeente opzij worden geschoven en in een hoek gedrukt. Dat bracht ze dan ook in haar dankwoord loeischerp naar voren. Zij ging tekeer tegen het netwerk van ambtenaren, politici en ondernemers dat geen steek geeft om het lot van de gewone Rotterdammers als hun megalomane projecten maar worden gerealiseerd. Als Rotterdam maar volgestopt wordt met huns gelijken. Dat is trouwens in heel de Rijnmond het geval. Zo mikt mijn vaderstad Schiedam op het aantrekken van jonge kapitaalkrachtige gezinnen.
Mieke van der Linden maakt zich kwaad over het feit dat dit soort projectontwikkelaars zich ook nog bedienen van een taaleigen dat zij voor Rotterdams aanzien. Ik ga haar nu letterlijk citeren Deze woedende woorden komen uit haar dankwoord. Ze zijn gericht gericht aan de spin doctors op het stadhuis en bij de grote bedrijven die een vals beeld van de stad en zijn inwoners schetsen.
¨Ik heb een boodschap aan de tekstschrijvers van Rotterdam:
Hou op met die natte T en dat te lopen te zeiken
Hou op met dat neoliberale Make It Happen ( moeten Rotterdammers zich invechten, zoals Rutte ooit zei?)
En hou op met die zogenaamde opgestroopte mouwen waar we blijkbaar mee geboren zijn.
Jullie schrijven over gozert en Rotterdammert, over ja toch, niet dan?! en pleur maar in me tassie!¨
De spijker op de kop: het beeld van Rotterdam dat met behulp van dit namaak dialect naar buiten wordt gebracht, is veels te onecht. Het is vals.
Rotterdam moet op deze bezetters worden terugveroverd.
Aan Mieke van der Linden draag ik op Rotterdams vlag van de grote componist Bart Verhallen, zoals uitgevoerd door de Marinierskapel. De opname werd een jaar of zeven terug gemaakt in de Doelen.