Lieve mensen, ik wil het vandaag hebben over een heel erg plaatselijke zaak die toch een veel bredere betekenis heeft. Het gaat over Delft, meer in concreto over de Burgwal, een gezellige straat in het hart van de stad. Aan de naam kan de liefhebber van de geschiedenis zien, dat er vroeger water vloeide maar de Burgwal werd gedempt en nu is er voor van alles en nog wat ruimte, bijvoorbeeld voor drie grote terrassen nu het mooie weer het echt aangenaam maakt er te vertoeven. Drie Delftse horeca-ondernemers zagen het wel zitten. Konden ze na een half jaar lockdown eindelijk een centje verdienen. De gemeente werkte mee. De vergunning werd uitgeschreven. MAAR: de drie kasteleins moesten er zelf op toezien dat hun gasten de fiets op een correcte manier op de juiste plekken parkeerden. Doen zij dat niet, zeg dan maar “dag met je handje” tegen de vergunning. Handhavers van de gemeente zullen als verspieder optreden.
Je ziet dat tegenwoordig vaker: dat bestuurders kerntaken van de gemeente op het bordje van de belastingbetalers schuiven. Zij worden zelf verantwoordelijk gesteld voor een ordelijke gang van zaken. De gemeente trekt de handen ervan af maar komt wel met sancties zodra het resultaat haar niet bevalt. Als de bestuurders van de gemeente Delft struikelen over de fout geparkeerde fietsen, dan dienen zij de eigen handhavers in te zetten om dit probleem op te lossen. De daders krijgen een waarschuwing of een boete. Zij brengen hun fiets vervolgens naar een fietsenrek, mocht de gemeente daar afdoende in hebben voorzien, wat – tussen ons gezegd en gezwegen – ook nog wel eens een drama is. Dat is de correcte gang van zaken. Daar horen burgers geen omkijken naar te hebben. Ze zijn belastingbetalers en mogen van de gemeente kwaliteit verwachten.
De burgemeester van Delft is niet zomaar iemand. Dat is Marja van Bijsterveldt, een zeer vooraanstaand lid van het CDA, met grote invloed op de hele partij. Desgevraagd verklaarde zij tegenover het Algemeen Dagblad dat een overheid niet zomaar handhaving kan opleggen aan willekeurige burgers, dus ook niet aan drie kasteleins. Ze is blijkbaar trots op het trucje dat ze heeft verzonnen: de plicht tot het houden van toezicht op het parkeren van de fietsen staat nu in de terrasvergunning.
Wees er maar trots op. Wees er maar trots op dat je – in de woorden van onze premier – een geitenpaadje hebt gevonden om je plichtsverzaking toch een officieel tintje te geven.
Ik raad luisteraars aan in hun eigen gemeente rond te kijken naar vergelijkbare plannetjes. De lokale overheid gaat een periode van zware bezuinigingen tegemoet. Dan is het aantrekkelijk taken zoveel mogelijk op de burger af te schuiven.
Daar betaalt U niet voor. Bovendien: het kan gevaarlijk zijn als burgers zoals die drie Delftse kasteleins, opdrachten krijgen die uitsluitend bij politie en boa’s thuis horen omdat ze te maken hebben met het handhaven van orde en wet. Dit is de beste manier om eigenrichting in huis te halen. Ook treden politie en boa’s overtreders niet onbewapend tegemoet. Waarom zou een burger dat dan wel doen? Waarom zou die – het veld in gestuurd door de gemeente – geen honkbalknuppeltje achter de rug houden?
Delft is op een gevaarlijke weg. En het is verontrustend dat een vooraanstaand christen democrate als Marja van Bijsterveldt hierbij het voortouw neemt. Ze zou beter moeten weten.
Nu dat niet het geval blijkt, is het de plicht van U en mij om de gang van zaken in onze eigen gemeentes en onze eigen partijen goed in de gaten te houden. Volgend jaar zijn er trouwens weer raadsverkiezingen. De periode die daaraan voorafgaat, is geknipt om spijkers met koppen te slaan. Wees alert mensen want voor je het weet krijg jij op je falie omdat nare gasten zich voor je deur hebben staan misdragen.