Beluister hier de column

Verleden week had ik het over de gemeente Papendrecht. Weet U dat nog, dames en heren? Het College van Burgemeester en Wethouders wil daar sterk bezuinigen op de bibliotheek en het welzijn om zo te voorkomen dat het over vijf jaar 8 miljoen in het rood staat. Ik vond dat niet zo’n goed idee omdat welzijn en cultuur juist zoveel houvast bieden in de moeilijke tijden die ons waarschijnlijk te wachten staan. En ik blijk niet de enige. Ondanks de kou zijn de gemoederen in Papendrecht verhit. Uit de gemeenteraad kwamen heel kritische geluiden.

Toen maakte het college het nog erger: het verklaarde dat de gemeente zich in magere jaren terug moet trekken op de kerntaken. Wat dat dan waren, werd er niet bijverteld. Maar je kunt je voorstellen dat dit de straatverlichting is, het plaveisel en het opjagen van hangjongeren. Ze zijn in Papendrecht nog lang niet uitgepraat en ik ben het ook niet. Want uit die gemeente blijven dingen komen waar we in heel ons uitzendgebied mee te maken krijgen als nog meer gemeentebesturen in de stress schieten omdat ze tussen het laatste kleingeld de bodem van hun schatkist zien. Vandaar dat ik het nog een keer over Papendrecht wil hebben, die anders zo weinig opvallende slaapstad in een hoekje van de Alblasserwaard.

Ik wil het hebben over een suggestie van de oppositiepartij Onafhankelijk Papendrecht. Die stelt voor de burgers zelf per referendum uit te laten maken waar de bijl van de bezuinigingen zal vallen. Op het eerste gezicht is dat een aantrekkelijke oplossing. De meerderheid beslist. Democratisch toch?

Dat is nog maar de vraag. Bij een volksraadpleging kun je alleen maar “ja” of “nee” zeggen en verder niks. Ook niet wat de gevolgen zouden moeten zijn van dat “ja” of “nee”. Het is al weer een hele tijd geleden dat ik meedeed aan een referendum. Het ging over de grondwet van de Europese Unie. Ik stemde nee want ik vond die grondwet lang niet ver genoeg gaan. Erg democratisch was het voorstel ook niet. Ik was en ben voor een federaal Europa met een centrale regering die buitenlandse zaken, defensie en tot op zekere hoogte financiën regelt. Deze regering legt verantwoording af aan het Europees Parlement. Ik stemde tegen want ik kreeg te weinig Europa. De grondwet werd met een forse meerderheid verworpen tot verbijstering van de Nederlandse politiek. Die draaide wel om als een blad aan de boom. Voortaan was euroskepsis troef, vooral ter rechterzijde. Ik had nee gestemd en kreeg een politiek die niet meer maar minder Europa wilde. Ik bedoel: vaak kun je als doorgewinterde politius met de uitslag van een referendum doen wat je wilt en die helemaal in jouw richting uitleggen. Daarom zijn referenda vaak juist niet democratisch. In het buitenland is dat middel dan ook vaak toegepast om de macht van de grote baas te verstevigen en niet om hem aan democratische controle te onderwerpen.

De maatschappij is ingewikkeld en de meeste maatschappelijke vraagstukken zijn daarom ook ingewikkeld. Je kunt ze niet met een eenvoudig “ja” of “nee” beantwoorden. Daar moet je met zijn allen over praten. Je wisselt argumenten. Je bekijkt alternatieven. Iedereen doet een beetje water bij zijn wijn en uiteindelijk komt er iets uit waar de meeste burgers mee kunnen leven. Zo’n oplossing krijg je nooit als er een referendum plaats vindt over de vraag: “Moet de gemeente de bibliotheek subsidiëren? Ja/nee. Het is ook nog eens zo dat na een referendum de winnaars alles krijgen terwijl de verliezers met lege handen staan. Dat is lang niet altijd eerlijk of gewenst want het kan tot bittere vijandschap leiden. Daarmee wil ik zulke volksraadplegingen niet per se afwijzen maar je moet wel weten of het vraagstuk met een ja of nee behoorlijk beantwoord kan worden. Ook is het opkomstpercentage belangrijk. Ik zou voor referenda net als voor de verkiezingen tot ongeveer een jaar of zestig geleden een opkomstplicht invoeren. In België geldt die trouwens nog steeds voor alle verkiezingen.

Ik vind het jammer voor de Papendrechters maar er komt uit hun boezem de laatste maand weinig om na te volgen. Niettemin wens ik ze allemaal een gezegende nachtrust toe.