Beluister hier de column

Ik zal een jaar of 13 geweest zijn. Waarom ik juist naar deze bioscoop ging en naar deze film is mij tot op de dag van vandaag een raadsel. De titel was weinig inspirerend en de hoofdrolspelers waren mij totaal onbekend. Misschien kwam het omdat ik boekjes las van de sciencefiction held Perry Rhodan. Maar daar zat ik dan, in het jaar Onzes Heren 1966, op het dak van het Groot Handelsgebouw in bioscoop Kriterion te kijken naar de dystopische sciencefictionfilm Fahrenheit 451, een totaal geflopte film naar het gelijknamige boek uit 1953 van de Amerikaanse schrijver Ray Bradbury. Het verhaal speelt in een wereld waar boeken verbannen zijn, en kritische gedachten worden onderdrukt. De titel refereert aan de temperatuur waarop boekpapier vlam vat en verbrandt, 451 graden Fahrenheit (ca. 233 graden Celsius). Plaats van handelen is een denkbeeldige samenleving met louter akelige kenmerken waarin men beslist niet zou willen leven, een samenleving die sommigen wellicht doet denken aan een langdurige Covid-19 pandemie. Voor uw en vooral mijn snappertje; een dystopie is het tegenovergestelde van een utopie die juist een bijzonder aangename samenleving voorstelt.

De verhaallijn behandelt problemen die in de tijd dat het boek werd geschreven belangrijk waren: censuur en onderdrukking van gedachten en ideeën in de McCartyperiode in de jaren 50 in de Verenigde Staten en het verbranden van boeken in nazi-Duitsland vanaf 1933.

Het verhaal speelt in de 24e eeuw in een land waar niemand meer boeken leest omdat het leven snel geleefd moet worden. Er is geen tijd meer voor lezen. De ideeën in boeken worden aangezien als verketterend en boeken worden dan ook verbrand op het moment dat ze worden ontdekt.

Omdat boeken verboden zijn en op ontdekking levenslange gevangenisstraf staat, leren bannelingen hele boeken van buiten zodat ze die kunnen doorvertellen. Deze wandelende menselijke bibliotheken  delen de in hun hoofd opgeslagen boeken met anderen zodat ook zij deze weer kunnen doorvertellen en mensen zullen leren van de geschiedenis.

De titel Fahrenheit 451 van Bradbury’s boek is een algemene term geworden voor censuur. En die censuur vindt anno 2020 voor de zoveelste keer wéér plaats, maar nu gewoon in ons eigen land, in onze eigen steden en dorpen waar bibliotheken op grote schaal bezig zijn om alle kinderboeken met daarin afbeeldingen of de naam van Zwarte Piet, te verwijderen omdat deze in strijd zouden zijn met de goede zeden, althans dat vindt Rijkskanselier herr doktor Anton Kok, directeur van de Vereniging van Openbare Bibliotheken in ons land. Eerst gebeurde dit in het geheim maar afgelopen week is deze moderne boekverbranding bekend geraakt. Als reden geeft Kok op dat ouders en scholen boeken willen zonder Zwarte Piet. Maar waarom dan niet en/en?  Dus ook boeken met- en boeken zonder Zwarte Piet? Het draagvlak voor Zwarte Piet lijkt steeds kleiner te worden aldus onderzoekers. Nou ik heb altijd geleerd dat je kleine leugens hebt, grote leugens en statistieken. Ik heb zelf een, uiteraard niet geheel objectief onderzoek ingesteld, namelijk door een telling uit te voeren op diverse facebookpagina’s waarop over Kick Out Zwarte Piet werd gediscussieerd. Ik kom derhalve tot een heel andere uitkomst. Laat duidelijk zijn; ik ben niet voor, ik ben niet tegen Zwarte Piet. Hij mag van mij alle kleuren van de regenboog hebben inclusief wit en inclusief zwart. Het gaat echter om de manier waarop het door de strot van de Nederlandse samenleving geduwd wordt. Die Nederlandse samenleving bestaat uit vele kleuren en rassen en kan mij niet divers genoeg worden. Daarbij komt dat in verschillende bibliotheken je gewoon ‘Mein Kampf’ van ene heer A. Hitler kan lenen en ook dat moet kunnen. Door boeken te gaan verbieden door ze te verwijderen gaat niet één maar 451 stappen te ver! Geen enkele geschiedenis mag worden gewist anders kun je er ook niet van leren!