Beluister hier de column

Lieve mensen, we verheugen ons nu al op de heropening van de horeca. Toch ligt die  datum nog een eind weg: twintig nachtjes slapen. Dan kun je pas plaats nemen aan de toog. Tenminste als je van te voren hebt gereserveerd want meer dan dertig personen tegelijk mag de Horecaffer niet over de vloer hebben, zichzelf en zijn personeel incluis.

Dan heb je ook nog kans dat het allemaal niet doorgaat. Daar heeft premier Rutte nadrukkelijk op gewezen. Als de coronacijfers tegen vallen, dan blijven de cafés en de restaurants dicht. Dan kun je hoogstens op de Vingerling in Middelharnis wat gaan mijmeren aan het water met achter je de gevel van Quartier Latin. Bij wijze van spreken natuurlijk. Voor het Vierkantje in Berkel geldt dan hetzelfde of voor Vers10 aan de Rijnhaven in Rotterdam of voor Bellevue aan het Groothooft in Dordt. Of voor de Heren van Oud Beijerland. Zo kan ik nog een hele tijd doorgaan natuurlijk.

Toch: laten we met zijn allen optimistisch zijn. Een week voor de tweede juni vertelt de premier dat het allemaal mag doorgaan.

Wat betekent het dan in concreto?

Op het eerste gezicht weinig. We waren er met zijn allen al aan gewend geraakt om in restaurants een tafeltje te reserveren, zeker in het weekend. Je kwam dan min of meer op tijd en kon verder de hele avond blijven hangen. Horecagastheren zullen daar met ingang van 2 juni terecht moeite mee hebben. Ze willen zo veel mogelijk mensen bedienen, terwijl ze maar een beperkt aantal eters tegelijk in huis mogen hebben. Op tijd zijn is dan het devies. Bovendien zal er zonder twijfel een tijd worden vastgesteld waarop de gasten weer moeten vertrekken zodat de volgende kunnen aanschuiven. Er is volgens mij geen oplossing voor wie niet of niet tijdig genoeg komt opdagen. Moet zo´n tafel dan maar leeg blijven? Er zit weinig anders op want van te voren reserveren is voor iedereen verplicht al kan zo´n gast heer natuurlijk wel zeggen: reserveer die tafel nú met je telefoon. Dan kun je meteen aanschuiven. Is het aan de andere kant wel zo gezellig om te weten dat je een uur of anderhalf uur hebt maximaal? Zullen veel klanten niet op het idee komen om dan maar thuis te koken, zeker omdat het aantal mensen dat maximaal mag samenkomen tot tien word verhoogd? Dat is goedkoper en je hebt geen last van die oprottijd.

Voor gewone cafés wordt het nog moeilijker. De charme daarvan is dat je er toevallige ontmoetingen doet met vrienden of onbekenden. Die charme vervalt als je van te voren in overleg met de kastelein moet regelen hoe laat je binnenkomt en wanneer je weer vertrekt. En dat zijn gietijzeren afspraken waaraan niet kan worden getornd.

Bij dit alles heeft de exploitant  een belangrijk probleem: hoeveel zal het tafeltje opbrengen? Wat gaat die gast verteren? Wie maximaal dertig man in huis mag hebben, is zwaar de klos als een paar van die gasten twee koffie bestellen en het daarbij laten. Je moet liefhebbers van cocktails over de vloer hebben maar dat kan je aan iemands neus niet zien als die een videogesprek voert, althans meestal niet.

Nu al is duidelijk dat de hele horeca het in de anderhalve meter economie zonder financiële steun van de overheid niet volhoudt. Weliswaar is er 700 miljoen euro beschikbaar gesteld voor kleine bedrijfjes met een belangrijke functie in  de buurt maar dat zijn garanties voor leningen bij de bank. Extra geld in kas kan nu  zuurstof bieden maar een lening wordt in de toekomst net zo gemakkelijk een strop waarmee je wordt opgehangen. Meer dan ooit is het noodzakelijk dat zo´n tafeltje wat opbrengt. Ik zou me kunnen voorstellen dat horeca-ondernemers tafelgeld heffen –  couvert heet dat geloof ik –  of een een minimumbijdrage vragen per gast ook als het aantal gedane bestellingen onder dat bedrag blijft. Omdat het anders helemaal niet uit kan. Daar maak je geen vrienden mee. Je richt je dan misschien teveel op de diehards met een dikke portemonnee. Inderdaad, vrienden, we gaan zware tijden tegemoet: we kunnen kiezen uit vele paden maar aan het eind gaapt altijd de afgrond. Het zou me niet verbazen als veel horeca-ondernemers ondanks deze versoepeling toch de handdoek in de ring gooien omdat anders hun schuldenpositie alleen maar ernstiger wordt.