Beluister hier de column

Lieve mensen,

De dagen van herdenking en bevrijding zijn weer voorbij, dat wil zeggen voor de rest van Nederland. Rotterdam zal begin volgende week  nog terugblikken op het bombardement. Daarna is het echt afgelopen.

Het was ook een unieke herdenking en niet omdat we een soort kroonjaar meemaken,  vijfenzeventig jaar bevrijding. Het is omdat we voor het eerst sinds het einde van de bezetting op 4 mei niet meer konden gaan en staan waar we wilden. We moesten de dodenherdenking vanuit onze huizen op onze tv- en computerschermen volgen. Met elkaar kransen leggen en twee minuten stilte houden bij een gedenkteken is een samenkomst. Dat is een misdrijf waar een boete van 390 euro per deelnemer voor is vastgesteld  plus een strafblad dat je nog jaren zal hinderen in de tijden van werkloosheid en verarming die ons te wachten staan als de economische schade van de lockdown zich echt laat gelden.

We staan nog maar aan het begin van de coronacrisis. We hebben er geen idee van wat die nog in petto heeft. Nu al is duidelijk dat er veel en veel meer slachtoffers vallen dan bij de grootste ramp die Nederland de afgelopen vijfenzeventig jaar getroffen heeft. Dat is de watersnood van 1953. Toen telde men 1836 doden. Nu zijn er al meer dan twee keer zoveel mensenlevens te betreuren. Het worden er zeker driemaal zoveel en we weten niet wat ons nog te wachten staat als het nu in de verdediging gedrongen virus kans ziet  de opmars te hervatten. Je moet er bovendien de slachtoffers bij tellen die vallen omdat de reguliere medische zorg is opgeschort. Ook zal de economische ineenstorting gegarandeerd mensenlevens eisen. Grote kans dat door de coronacrisis het beeld van de bezetting vervaagt. Er is nog maar een beperkt aantal overlevenden. Deze crisis is zich aan het ontwikkelen tot de diepst insnijdende gebeurtenis voor de generaties in de kracht van hun leven. Het is een grote vernietiger van verlangens en ambities. Kijk maar wat er staat te gebeuren aan faillissementen en kapot gemaakte bedrijfjes. En denk erom: dat is het begin. Wij zullen zeker de behoefte krijgen om deze crisis te herdenken. We weten niet hoe en op welke dag. En ook niet of elke gemeente straks voor deze actuele ramp gedenktekens zal oprichten. Voor de slachtoffers en voor de helden die in de zorg en andere cruciale beroepen voor hen gevochten hebben. En wie weet voor de leiders die ons land door de strijd tegen het virus heen hielpen. Of juist niet. Dat zal de toekomst leren.

Dit alles is voor mij een reden om nu en vandaag mijn hoed af te nemen voor een heel bijzondere categorie medeburgers. Dat zijn de mensen die heel zorgvuldig hebben uitgepluisd hoe hun eigen omgeving, hun stad, hun dorp, hun wijk, de Duitse bezetting is doorgekomen. U weet misschien dat van mij een paar weken geleden een overzichtsboek is uitgekomen, Zwarte Jaren, Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Tijdens het schrijfproces kwam ik er achter met hoeveel ijver burgers, meestal leden van historische verenigingen, die lokale geschiedenis hebben uitgeplozen. Hun bevindingen zijn neergelegd in nieuwsbrieven en tijdschriften van die historische verenigingen. Heel vaak konden er dankzij financiële steun van gemeentes en particuliere donoren, zoals lokale stichtingen en bedrijven, een boek worden gepubliceerd tegen een aantrekkelijke prijs. Fraai vormg egeven en van illustratiemateriaal voorzien. Dan mag ik de lezingen en de tentoonstellingen niet vergeten. Daar zit een ongelofelijke hoeveelheid toewijding, liefde en burgerzin achter. En trots op de eigen gemeenschap. Ik speld al die mensen mijn persoonlijke lintje op. Prachtig.

En ik weet zeker dat zulke liefhebbers van geschiedenis en hun eigen gemeenschap nu al klaar staan om ook de historie te boek stellen van wat wij nu met zijn allen moeten doormaken.

Zo, nu een prachtig nummer uit het bevrijdingsjaar 1945 dat ik speciaal opdraag aan alle mensen die zich zo voor de geschiedenis van de bezetting bij hen in de buurt inzetten. . En dat geldt dan in het bijzonder Herman Noordegraaf en Teunis Dokter, die mij met hun boek over Schiedam in de Tweede Wereldoorlog op het idee van dit praatje brachten. Dit is Bob Hope met een bijzondere versie van zijn hit Thanks for the Memory. Daarmee sloot hij altijd zijn wekelijkse radioprogramma voor de Amerikaanse soldaten aan het front af.