24-07-2019
Hanna van Hendrik is een idee van de bekende actrice Johanna ter Steege. Zij wilde laten zien hoe het leven op de boerderij van haar ouders eruit zag. Het moest een spectaculaire voorstelling worden en daarom koos men als locatie een enorme hangar op de voormalige vliegbasis Twente. Ik probeerde in te schatten hoeveel bezoekers op de tribunes pasten en het zou me niet verbazen als het er een kleine duizend waren. Johanna Ter Steege is in haar opzet geslaagd. Als U de voorstelling nog wil bekijken, dan vist U waarschijnlijk achter het net. Voor alle avonden – de serie duurt tot 2 augustus – zijn er alleen nog maar wachtlijsten. Stijf uitverkocht. Een uur voor aanvang is er een eindeloze file voor de ingang van de vliegbasis want de locatie is eigenlijk alleen met eigen vervoer behoorlijk te bereiken. Wat een massa! En goedkoop is het ook niet. De kaarten kosten een dikke 57 euro per stuk. Het parkeergeld bedraagt zeven euro. Aan de accenten van de mensen om ons heen bleek dat het publiek uit heel Nederland kwam. Ook uit onze streken. Ze leken op elkaar die mensen. Het waren haast allemaal echtparen van achterin de vijftig, voor in de zestig. Vrijwel niemand had zich om het maar zachtjes te zeggen voor de voorstelling gekleed. Je zag veel echtparen die de strijd tegen het lichamelijk verval hadden opgegeven en geen moeite deden tot enig vertoon van elegantie. Terwijl ze toch uit waren. Terwijl op de tribunes de emoties zinderden. Terwijl zich onmiddellijk een diepe band ontwikkelde tussen de acteurs en hun publiek. Het publiek herkende het eigen leven, de eigen strijd om het bestaan.
Toch speelt Hanna van Hendrik in het verleden. De handeling is gecentreerd rond een boerenopstand in het Twentse Tubbergen uit 1971. Met veel woede en geweld wisten getergde agrariërs een door hen niet gewenste ruilverkaveling te voorkomen. Het was een zinloze overwinning. De meeste Twentse boeren waren op den duur toch gedwongen om zich weg te laten saneren omdat hun bedrijven te kleinschalig waren en niets meer opbrachten. Het aantal boeren in Twente is de afgelopen halve eeuw van ongeveer 1200 tot 350 teruggelopen en een nieuwe halvering ligt in het verschiet.
Wat hebben al die mensen daarmee te maken, dacht ik? Wat heb ik ermee te maken? We zijn op leeftijd maar we kunnen toch een veer voor de mond wegblazen. Wie van een uitkering of een AOW-tje moet leven, kan reis noch entree betalen. Op het toneel zagen wij de uiteindelijk vergeefse strijd van Hanna, die weduwe geworden, probeert haar boerenbedrijf in stand te houden. Zij moet tenslotte buigen voor de bank die de kredieten opvordert omdat ze eenvoudigweg te klein is om het hoofd boven water te houden ook als zij opnieuw geld zou lenen voor moderne landbouwmachines. Er zit een constante in dat stuk: je kunt werken wat je wilt, uiteindelijk sta je toch met lege handen. En de overheid is niet je vriend. Die steekt geen beschermende paraplu boven je op. Die drukt je met de rug tegen de muur. Zo keek dat publiek ook naar zichzelf. Ze waren met de auto gekomen. Ze wonen ongetwijfeld adequaat. Ze konden zich dit uitje veroorloven. Toch hadden ze het gevoel dat ze belazerd waren, dat de mooie beloftes loos waren geweest. Op het toneel ontrolde zich hun eigen leven. Het mijne ook trouwens. We hadden medelijden met onszelf en gaven de spelers aan het eind een staande ovatie. Dit was de zomeravond van onze ontevredenheid om met Shakespeare te spreken die schreef: this is the winter of our discontent. Dit land beleeft een lange winter van ontevredenheid en daarom zaten die tribunes zo vol.