Het is vandaag, lieve mensen, een bijzondere dag al bestaat er in onze streek niet veel aandacht voor, behalve misschien in Rijsoord, dat kleine dorpje op Ijsselmonde vlakbij Heerjansdam. Op deze dag precies negenenzeventig jaar geleden vond hier een dramatische gebeurtenis plaats. Generaal Winkelman, opperbevelhebber van het Nederlandse leger verscheen om de capitulatieovereenkomst van alle troepen onder zijn bevel te tekenen. Na vijf dagen hadden deze strijdkrachten de strijd op moeten geven. Alleen in Zeeland gingen de gevechten nog een paar dagen door omdat daar Franse bondgenoten zaten die zich pas een paar dagen later gewonnen gaven en terugtrokken naar hun eigen land.
Tweeëntwintighonderd Nederlandse soldaten hadden de meidagen met hun leven betaald. De meesten waren jonge jongens, opgekomen, een aantal maanden eerder toen Nederland de algemene mobilisatie afkondigde. In loopgraven, schuttersputjes en kleine bunkertjes, die kazematten heetten, zouden zij blijk geven van de Nederlandse strijdlust, terwijl de regering ondertussen naar alle kanten de neutraliteit bewaarde. Net als in de eerste wereldoorlog zou Nederland opnieuw de dans ontspringen. Wij bleven er buiten.
U en ik hebben dat verhaal uittentreure gehoord, op school en op verjaardagen met allerlei bizarre details erbij: dat de Nederlanders het vuur ingestuurd werden met geweren van negentiende eeuws model en kanonnen uit de tijd van de Frans-Duitse oorlog. Wij werden onverhoeds overvallen door een wrede overmacht die geen genade kende.
Die geweren waren inderdaad naar negentiende eeuws model maar ook zo’n beetje het beste wat je kon krijgen. Die van de Duitse soldaten waren net zo ouderwets maar tegelijk het neusje van de zalm. De machinepistolen met een riem en een korte loop kregen zij pas veel later in de oorlog. En ondanks de tanks en de pantserwagens was paardentractie nog steeds essentieel voor de wehrmacht. Het is ook niet zo dat een leger onhandige amateurs het op moest nemen tegen niets ontziende professionals. Voor de meeste Duitse soldaten was de echte oorlog ook nieuw en zij hadden slechts een korte training achter de rug. Ze waren wel tot in de toppen van hun vingers gemotiveerd.
Er liggen op verschillende erevelden 2200 Nederlandse jongens. Die zijn over het algemeen niet als militaire klunzen tegen een kogel aangelopen, die hebben goed gevochten. En ze hebben het niet overleefd.
We hebben ze ook vergeten. Rond 4 mei herdenkt Nederland op grote schaal, maar die eerste 2200 slachtoffers, die jonge soldaatjes, staan nooit op de voorgrond. Toch waren zij de eersten die voor vrijheid, koningin en vaderland hun leven offerden. Daarom verdienen zij meer aandacht dan zij nu krijgen.
Er is in onze streek nogal gevochten. De Duitsers hadden op de eerste dag van hun invasie al een groot deel van IJsselmonde en Rotterdam- Zuid in handen gekregen. Daar zaten ze wel ingesloten. Daarom begon er vanuit Brabant een groot Duits offensief. Wij weten wie er gesneuveld zijn want op het internet staat een lijst met alle namen van Nederlandse soldaten die in onze streek gevallen zijn. Gaat U maar eens kijken op www.zuidfront.nl Daar vindt U een soort internetmonument met alle namen van de gesneuvelden. Overigens ook van de Duitsers.
Ik denk wel eens: eigenlijk zouden we wat meer moeten doen voor die helden van de eerste dagen. Daar is de vijftiende mei een heel geschikte datum voor. Laten we in ieder geval hun leven en hun offer in herinnering houden. In augustus 1940 nam Willy Derby, de Lee Towers van zijn tijd, een nummer op. Het gaat over de Grebbeberg maar toch. Luister: