03-04-2019 Politieke daad / Stamppot in Dirksland

Dit, lieve mensen, is een tijd van de splijting en het wantrouwen, terwijl de uilen akelig roepen in de nacht. Via een meldpunt worden lijsten opgesteld van mensen die de verkeerde dingen zeggen. De burgemeester van Krimpen moest in de raad verantwoording afleggen over de aard van de boeken die hij op zijn Facebookpagina ter lezing had aanbevolen.

 

In zo´n sfeer is het belangrijk dat er daden worden gesteld. Daden die laten zien dat ons land en ons volk niet zijn wat de Twitter- en de Facebookfanatici ons willen laten geloven, wat de hardliners op de televisie ons verzekeren en wat ome Jan onderstreept als de alcohol op een verjaardagsfeest verkeerd is gevallen. Ik zeg niet: er zijn andere woorden nodig. Dat is zo maar daar wil ik het niet over hebben. Het gaat me om daden.

Laat het schelden, het beschuldigen, het verwijten achterwege. Ga over tot de politiek van de daad.

Dezer dagen bericht het Eilanden Nieuws, roemrucht nieuwsblad op Goeree Overflakkee over zo´n daad. In de dorpen waar deze krant gelezen wordt – ver weg op een eiland waar de waanwijze stadsbewoners hun schouders graag over ophalen, weet men vaak nog beter waar Nederland voor bedoeld is dan elders. Er is daar iets blijven hangen over oude idealen van gewetensvrijheid en gemeenschapszin die elders worden overstemd.

Ook op Goeree Overflakkee hebben zich Syrische vluchtelingen gevestigd. Ze kregen hulp van een lokale organisatie met een naam die ik lang las als mi mekaore. Zeker een woord uit een Afrikaanse taal met een mooie betekenis, gesuggereerd door een gepensioneerd zendeling of zo. Mi mekaore. Tot het in een flits tot mij doordrong, dat dit Flakkees moest zijn voor met mekaar. Dat je moet zeggen mi mekaore of zo. De Flakkeese luisteraars moeten het me het maar niet kwalijk nemen als ik hun taal verkeerd uitspreek.

Hoe dan ook onder auspiciën van deze vereniging, verschenen 190 gasten in de Victoriahal te Dirksland om daar aan te zitten aan een grote Hollandse stamppottenmaaltijd, de ene helft geboren en getogen op het eiland, de andere helft vluchtelingen. Ze aten, aldus het eilandennieuws stampotten van boerenkool, zuurkool en andijvie met daarnaast een moderner gerecht, gebaseerd op blauwe spruitjes. Dit alles werd – let op – bereid door Hussam Karkas en zijn echtgenote, die drie jaar geleden aan de hel in Syrië ontsnapten om op Flakkee een veilig en ongetwijfeld ook rustig onderkomen te vinden. Het was niet de eerste keer dat zij zo´n maaltijd aanrichtten. Meneer en mevrouw Karkas hadden eerder een even groot gezelschap kennis laten maken met de Syrische keuken. Dat zal ongetwijfeld goed bevallen zijn. Sinds een jaar of zo hebben wij bij ons in de stad een echt Syrisch restaurant en ze weten daar wat lekker is.

Dus: daar in Dirksland zetten ze grote diners op met nieuwkomers. De ene keer uitheemse, de andere keer Hollandse kost. En een Syriër weet ze allebei te koken. Dit zijn het soort daden dat niet alleen in Dirksland maar in heel Nederland worden gesteld. Zij vertegenwoordigen allemaal op hun eigen manier Nederland zoals de meeste Nederlanders willen wat het is: een samenleving waar we elk het zijne gunnen, waar we nu en dan samen aan tafel gaan en we in goed overleg er altijd wel op de een of andere manier uitkomen. Wij waarderen onze spruitjes maar eten ook graag buiten de deur en dat bepaalt onze levensstijl. Dat is onze vaderlandsliefde. Dat is waarom we trots zijn op Nederland.

Het is tijd voor een politiek van de daad. In Dirksland hebben ze daar een prachtig voorbeeld van gegeven.