Van de week, lieve mensen, las ik in het Algemeen Dagblad een stuk waarin veel problemen van onze streek en trouwens van heel Nederland worden samengebald. Het gaat over de hoofdplaats van de Hoeksche Waard, Oud Beijerland.
Dat was voor het grote Zuid-Hollandsche eiland altijd de poort naar de buitenwereld. Je vond er een grote haven vanwaar de veer- en stoomboten vertrokken. Later kwam er een stoomtram bij die de verbinding met Rotterdam onderhield. Mede daardoor begon het toch al uitgebreide dorp te groeien en tegenwoordig is Oud Beijerland eigenlijk een kleine stad met een aantrekkelijk centrum waar mensen uit het hele eiland komen winkelen. Ook zijn er de nodige uitgaansgelegenheden. Heden ten dage telt Oud Beijerland bijna vijfentwintigduizend inwoners. Daar zijn nogal veel forenzen onder wat je kunt merken aan de files buiten het dorp en op de snelweg die de Hoeksche Waard doorkruist.
Er bestaan vergevorderde plannen om een nieuwe wijk te bouwen met ongeveer 2500 woningen. Dan zal het inwonertal tot ongeveer dertigduizend stijgen. Mooi toch, zou je zeggen. We hebben een schrikbarende woningnood en op de Hoeksche Waard is nog wel ruimte: niet voor hier en daar een straatje erbij maar voor hele buurten.
Dan reken je buiten de huidige Oud Beijerlanders. Die zijn bang dat de vijfduizend nieuwelingen voor grote problemen zorgen. Het is nu al moeilijk het dorp uit te komen. In het AD legt bewoner Dimitri Verschoor uit dat hij om zijn werk in Barendrecht te geraken eerst over een razend drukke smalle weg moet zien de A29 en de Heinenoordtunnel te bereiken. Ook daar is het in de ochtend- en de avonduren steevast bal. Hij doet er – vertelt hij in het AD – nu al drie kwartier over terwijl het met de auto in een dikke tien minuten zou moeten lukken.
Het Openbaar Vervoer is geen alternatief. De trams van heel vroeger hebben al lang geleden plaats gemaakt voor autobussen maar het lijnennet is de afgelopen decennia in het kader van de privatisering behoorlijk uitgedund. Inwoners van Oud Beijerland zijn vooral afhankelijk van buslijn 172 en 171, die er als het goed gaat een minuut of veertig over doen om het metrostation Zuidplein in Rotterdam te bereiken. B en W van de Hoeksche Waard hopen op de komst van snelbussen maar dat is volgens Verschoor volstrekt onvoldoende. Daar heeft hij waarschijnlijk gelijk in. Wat Oud Beijerland nodig heeft, is een metroverbinding net zoals Spijkenisse die kent. Anders valt het ene verkeersinfarct na het andere niet te vermijden.
Zo´n metrolijn is een buitengewoon dure liefhebberij. Bovendien duurt het jaren voor hij klaar is. Je moet er heel wat voor overhoop zetten. Doe dan gewoon een vrije busbaan zoals die tussen Spijkenisse en Hellevoetsluis, zegt U maar ook dat is geen sinecure. Je zou eigenlijk, zeggen velen in Oud Beijerland, eerst voor goede verbindingen moeten zorgen – voor auto´s en op het gebied van openbaar vervoer – en dan pas huizen bouwen. In dat geval ben je minimaal tien jaar verder voor de eerste paal geslagen wordt.
Dit voorbeeld uit Oud Beijerland laat heel goed zien waar we in heel Nederland mee kampen: er zijn grote problemen en er zijn geen eenvoudige oplossingen wat politici ook mogen beweren. In Oud Beijerland moeten ze kiezen tussen een permanent verkeersinfarct en leniging van de woningnood. De slang bijt in zijn eigen staart. Is dat een goede metafoor? Hoe dan ook, Dit was Nederland in het klein. En dan is Oud Beijerland ook nog zo´n mooi en gezellig plaatsje. Laten we maar afsluiten met de verzuchting dat het leven moeilijk is. Gerard Cox: de Hoeksche Waard https://www.youtube.com/watch?v=qr8en5_1ykc .