Lieve mensen, het zijn nare tijden. Dat zei ik verleden week al. Niets gaat goed. We staan met de koppen tegen elkaar. We maken elkaar het leven zuur om zaken die voor ons persoonlijk niets betekenen maar voor anderen zeer ernstige gevolgen hebben. Het duidelijkste voorbeeld is het asieldebat. Dat gaat – als je het goed bekijkt – helemaal nergens over. Bestuurders houden een wedstrijdje wie het strengst kan overkomen maar van actie in welke richting dan ook komt niets terecht. Je staat erbij en je kijkt ernaar. Je denkt: wat een land is het toch geworden.
De vraag is of alle ophef van de laatste tijd wel maatgevend is voor de werkelijke situatie in Nederland. Zijn we niet bezig excessen te verheffen tot het nieuwe normaal? Draaien we ons geen rad voor ogen?
Verleden week heb ik een praatje gehouden over annt windmolenactivisten in Nissewaard en hun burgemeester Foort van Oosten. Zij gunden elkaar iets en daardoor konden zij elk hun standpunt goed voor het voetlicht brengen. Die standpunten liepen uiteen maar de onderlinge verhoudingen bleven vol respect.
Van de week heb ik weer zo´n voorbeeld. U weet: de kranten staan vol metberichten over dorpsbewoners die te hoop lopen tegen de dreigende komst van een asielzoekerscentrum. Moeders, hou je dochters thuis en zo.
Maar het kan ook anders. In Den Hoorn, een groot dorp dat tegen Delft aangeplakt zit, komt een asielzoekerscentrum. En wel aan de Harnaschdreef. Den Hoorn valt onder de gemeente Midden-Delfland, gelegen tussen Maassluis, Vlaardingen, Schiedam, Delft en het Westland. In dat gebied liggen enkele mooie dorpen met behoorlijke lappen groen er tussen. Het is de bedoeling dat zo blijft.
Het gemeentebestuur gaat ervan uit dat de inwoners van Den Hoorn de asielzoekers in hun midden opnemen. Dat gaat natuurlijk niet vanzelf. Daarom zorgt men er voor zorgen dat de ingezetenen de nieuwkomers tijdig leren kennen. Het huis aan huis blad zal een serie artikelen brengen over het leven in een asielzoekerscentrum en hoe de bewoners en de ambtenaren van het COA er tegen aan kijken. Het COA zelf zal er voor zorgen dat het asielzoekerscentrum qua samenstelling van de bevolking lijkt op die van Den Hoorn zodat elke generatie leeftijdgenoten tegen komt. Er worden nu al voorbereidingen getroffen om ervoor te zorgen dat beide groepen elkaar daadwerkelijk ontmoeten.
De ervaringen elders in het land leren dat nieuwkomers en ingezetenen best met elkaar overweg kunnen als ze elkaar en vooral elkaars verhalen leren kennen. Niet dat ze elkaar aangedaan in de armen vallen. Het worden meer verhoudingen van: ¨Een goede buur is beter dan een verre vriend¨. Meer is ook niet nodig. Je hoeft niet de hele dag bij elkaar op schoot te zitten.
Het ziet er naar uit dat de asielzoekers als het centrum straks open gaat, niet met wantrouwen maar met vertrouwen tegemoet worden getreden. En die houding – velen van U weten dat – is normaler dan je denkt.
Ik woon zelf niet zo ver van de gemeentegrens met Midden-Delfland. Als je die overschrijdt, komt er meteen een soort rust over je. En je merkt aan de sfeer: hier wonen geen scherpslijpers. Hier wonen mensen die met elkaar proberen het beste er van te maken. Je voelt je in Nederland op die landweggetjes tussen Maasland, Schipluiden en Den Hoorn. Dit zijn wij, niet die schreeuwers in Den Haag en de demonstranten voor gemeentehuizen. Dat zijn wij niet. Wij zijn Den Hoorn. Wij met ons allen https://www.youtube.com/watch?v=H0k4t5yj5M8