Beluister hier de column

Lieve mensen, Rozenburg is een dorp met iets meer dan twaalfduizend inwoners. Eigenlijk zou je het ook een kleine stad kunnen noemen of als je hatelijk wil wezen een uit de hand gelopen nieuwbouwwijk. Hoe dan ook, daar is op het moment ophef. Er wordt over gedacht de politiepost op te heffen. Die kun je – schijnt men bij de prinsemarij te denken – ook wel verplaatsen naar Hellevoetsluis, vijftien kilometer verderop. Daardoor voelen de Rozenburgers zich  onveiliger dan ooit. Nu wordt door de boven ons gestelden wel gezegd dat onveiligheid vooral een gevoel is. Nou, als dat klopt, dan hebben ze in Rozenburg extra reden zich in het nauw gedreven te voelen. Ze hebben daar toch al de indruk dat ze in de hoek zitten waar de klappen vallen.

Dat heeft voor een deel te maken met hun  bijzondere geschiedenis

Het eiland Rozenburg kreeg pas vorm aan het begin van de zeventiende eeuw. Oorspronkelijk lag daar een heel brede monding van de Nieuwe Maas en het Scheur tussen Den Briel en de Hoek van Holland. Die verzandde steeds meer en daardoor werd het haalbaar zandplaten, die bij eb boven water kwamen, in te polderen. Men begon volgens mij achter de duinen van het stuk Hoek van Holland dat De Beer heette en legde van daaruit de ene na de andere polder aan. Het land kwam op den duur in handen van hele grote akkerbouwbedrijven.

Het dorp Rozenburg stelde aanvankelijk zo weinig voor dat de eilanders het ¨De Buurt¨ noemden.

Tot aan het eind van de jaren vijftig was Rozenburg een hechte boerengemeenschap met aan de rand de duinen van De Beer, een van Nederlands mooiste natuurgebieden.

Toen koos Rotterdam het romantische eiland uit voor zijn havenuitbreiding. Alle boeren moesten weg. Het tweede dorp op het eiland, Blankenburg, werd van de kaart geveegd. Alleen de naam keert nu terug in de Blankenburgtunnel. Er werden havens en kanalen gegraven, breed en diep genoeg voor supertankers. Rozenburg is nu de Europoort.Het dorp bleef als een eiland van menselijke bewoning in het gigantische industriegebied bestaan. Van de oorspronkelijke bebouwing bleef zo ongeveer alleen de korenmolen over. Voor het overige werd Rozenburg herschapen in een soort nieuwbouwwijk met twaalfduizend inwoners. Geheel geïsoleerd midden tussen de havens en de raffinaderijen. De meest voor de hand liggende verbinding naar de rest van Nederland is de veerboot naar Maassluis maar die is de laatste jaren lange periodes uit de vaart geweest. Anders moet je helemaal door de Botlektunnel of oer de Botlekbrug rijden. Straks komt daar de Blankenburgtunnel bij maar daar moet je tol voor betalen.

Tot 2010 was Rozenburg een zelfstandige gemeente. In dat jaar liet een kleine meerderheid van de gemeenteraad zich wijsmaken dat ze onvoldoende bestuurskracht hadden, het bekende onzinargument waarmee technocraten lokale zelfstandigheid om zeep helpen. Die kleine meerderheid liet zich door Rotterdam opslokken terwijl je op je vingers kunt natellen dat het geïsoleerde Rozenburg dan helemaal een uithoek en een stiefkind zou worden. Dat is de afgelopen veertien jaar ook duidelijk gebleken.

Daarom ervaren de Rozenburgers de dreigende sluiting van hun politiebureau als een klap in het gezicht en de zoveelste mededeling van de bolleboffen en de grote hanzen dat zij er niet toe doen, eenvoudige mensen als zij zijn in eenvoudige woningen. Dat ze het maar zelf uit moeten zoeken. Ze kunnen beter oppassen dat zo´n opzij geschoven gemeenschap dat niet  inderdaad gaat doen. Het zelf uitzoeken. Op hun manier. En dan nu een lied dat past bij de situatie. Als ze één lijn trekken, kan niemand de Rozenburgers tegenhouden, Hart onder de riem : https://www.youtube.com/watch?v=j3kEO8bQfsU