Beluister hier de column

Lieve mensen, op het gevaar af dat U zich bij voorbaat al begint te vervelen, wil ik het toch nog een keer hebben over het slavernijverleden. En wel over het besluit van de Dordtse burgemeester Wouter Kolff om de excuses daarvoor namens het gemeentebestuur nog even uit te stellen. Eerst moet het nog lopende uitgebreide onderzoek worden afgerond, zegt hij. Dat duurt zeker nog een jaar.

Dit is tegen het zere been van Groen Links. Die partij dringt er al een paar jaar op aan dat Dordrecht wat deze zwarte pagina´s in zijn verleden serieus zijn verantwoordelijkheid neemt. Er is, klonk het uit de fractie, zó al genoeg bekend over het slavernijverleden. Daar hoef je verder onderzoek niet voor af te wachten.

In eerste instantie was ik geneigd Groen Links gelijk te geven. Kolff kan een voorbeeld nemen aan de koning zelf die op Keti Koti alvast vergiffenis vroeg voor het feit dat zijn ambtsvoorgangers – koningen en stadhouders – geen vinger voor de slaven uitstaken. Dit ondanks het feit dat het onderzoek naar de rol van de Oranjes nog maar net begonnen is.

En inderdaad: herinneringen aan het slavernijverleden zijn er zat in Dordrecht. Een aantal jaren terug heb ik nog eens een cursus gegeven in het West Indisch Huis. Dat heette niet voor niets zo. Dordrecht had samen met Rotterdam en Delft een kamer – zeg maar een afdeling – in de West-Indische Compagnie. Die stuurde schepen naar de West-Afrikaanse kust. Daar kochten de kapiteins slaven op die vervolgens naar het Caribisch gebied werden gebracht – meestal naar Suriname of Curaçao. Daarna keerden de schepen naar hun thuishaven terug, volgeladen met tropische producten die op de plantages waren verbouwd. Zo kon Dordrecht het Nederlandse centrum van de rietsuikerproductie worden. De ruwe suiker werd in een tiental bedrijven geraffineerd. Even een detail: tijdens de overtocht kwam gemiddeld 15% van de slaven om. Er waren er meestal rond de 300 aan boord. Het was wel mogelijk genoeg voedsel voor ze mee te nemen maar voor water gold dat niet. Daarom kregen ze allemaal last van uitdrogingsverschijnselen. Daar kwam nog bij dat het voedsel wel voldoende calorieën bevatte maar nauwelijks vitamines. Dat leidt tot scheurbuik, ontstekeingen overal die uiteindelijk tot de dood leiden. De oplossing is een paar druppels citroensap per dag maar dat wissten de slavenhalers niet.

Je zou nu kunnen zeggen: me dunkt, dat is genoeg voor excuses.

Toch geef ik bij nader inzien burgemeester Kolff gelijk. Willen excuses voor het slavernijverleden effect hebben, dan moet er draagvlak zijn bij de bevolking. Dan is het van belang dat je de tijd neemt om iedereen uitgebreid te informeren. En precies. En nauwkeurig. Met behulp van de computer, digitalisering en kunstmatige intelligentie kun je tegenwoordig veel meer uit de archieven halen dan tot voor kort mogelijk was. Ik weet het niet zeker maar ik denk dat ze in Dordrecht het notariaal archief digitaal laten doorzoeken. Dan kun je er bijvoorbeeld achterkomen wie aandelen in Surinaamse slavenplantages bezat en verkocht. Ook komt er nieuwe informatie aan het licht over de verwevenheid van de Dortse zakenwereld met het stadsbestuur. Als er straks een uitvoerige mogelijke studie ligt over de rol van Dordrecht en Dortenaren in de slavenhandel, dan weet iedereen precies wat de complete achtergrond is van deze excuses. Daardoor krijgen ze meer zwaarte en impact.

Bovendien kunnen de Dortenaren dan met elkaar een goed plan maken om dit aspect van hun verleden levend te houden. Groen Links kan beter de vinger aan de pols houden en het proces rond het onderzoek nauwkeurig volgen. Dat is beter dan nu al excuses maken, waarna alles rond dat rapport in het water valt omdat er immers al verontschuldigingen zijn aangeboden. En nu een mooi lied van Noel Coward uit de koloniale tijd: half caste woman, gaat over Azië maar dat maakt in dit verband niet zoveel uit.  https://www.youtube.com/watch?v=HFz_jiqqzWI