Beluister hier de column

Toen in 2002 de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders uit elkaar gehaald werden, veranderde er veel. De wethouders mochten geen raadslid meer zijn. De gemeenteraad werd min of meer een raad van toezicht op het dagelijks bestuur.

De rol van de raad is dus anders geworden, hoewel zij ook medewetgever en eindverantwoordelijk is voor het meeste beleid. Kaders stellen, heet het. Dat betekent dat de gemeenteraad doelen vaststelt en de begroting bepaalt. Maar het college bereidt dit alles nog steeds voor.

Ter voorbereiding op de komende begroting, die in november besproken wordt, wordt de gemeenteraad gevraagd kaders te stellen.

Dat is lastig. Want het meeste werk van de gemeente is niet nieuw. Wat we doen en wat er gebeurt loopt al jaren. En loopt ook nog door, de komende jaren. Maar toch is er nu iets anders dan vorig jaar. Want we hebben verkiezingen gehad. Het vorig college was zo ‘netjes’ om in de conceptkaders niet teveel te sturen. Daarmee is ruimte gelaten aan de nieuwe ploeg. Maar die is maar net begonnen. Dus die ‘kaders’ komen pas in november.

Nu bespreekt de raad dus een redelijk ‘kale’ kadernota. Met alle ruimte voor input voor 2023 en de jaren daarna.

Martijn Vroom