Lieve mensen, kent u die Chinese vervloeking? Ik wens je toe in historische tijden te leven. Ik ben bang dat het weer zover gekomen is. Althans er bestaat de dreiging dat we in zulke tijden belanden met zijn allen. Kijk maar om je heen. Achter in Europa op de grens tussen Rusland en de Oekraïne rommelt het. Amerika vindt het belangrijk genoeg om zich daarmee te bemoeien. Dit weekend werd bekend dat het naar gas zocht voor Europa, mocht de Russsische toevoer worden afgesneden. We voelen bijna allemaal de stijgende energieprijzen in onze portemonnee. Ons spaargeld is nu al zes procent minder waard geworden terwijl dat op geen enkele manier door rente wordt gecompenseerd. De verhoudingen met China, onze grootste leverancier van goederen – van speelgoed tot televisies en computers – wordt zienderogen slechter. En dan is er de pandemie die van geen wijken weet en ons steeds voor nieuwe verrassingen. We hebben een regering maar het ziet er niet naar uit dat die veel gezag uitstraalt. Het lijkt wel of de versoepelingen eerder bedoeld zijn om de bevolking rustig te houden dan dat zij zijn gebaseerd op overwegingen van volksgezondheid.
Voorwaar historische tijden. Staan wij op een keerpunt? Staan wij met onze tenen op de rand van een ravijn? Of loopt alles met een sisser af? Het lijkt wel of steeds meer mensen – hoog en laag – kijken hoever ze kunnen gaan. Dat merk je aan de sfeer.
Historie is mijn professie. En deze tijd doet mij denken aan het taalgebruik in ouderwetse geschiedenisboekjes. Ik vraag mij af of die op onze dagen toepasbaar zijn. Zo las je dan dat een bepaalde regeerder bekwaam was. Of onbekwaam. Of besluiteloos. Of verkwistend. Of prachtlievend. Of vredelievend. Of juist oorlogszuchtig. Denk ook aan de bijnamen: je had niet alleen Karel de Grote maar ook Karel de Dikke en Karel de Eenvoudige. Willem de Slechte was een koning in Zuid Italië. En dan die andere termen: handel en bedrijf bloeiden. Of: raakten in verval. Dan: het volk morde. Er heerste grote ontevredenheid. Ik herinner mij een beroemd stukje Van Heinrich Heine. 180 jaar geleden schreef hij e voor zijn krant over de algemene toestand in Parijs. Hij hoort het gestage druppelen van de rentes die zich aan de kapitalen toevoegden. Tegenwoordig zouden we het hebben over koerswinsten en speculaties met de bitcoin. Maar Heine hoorde nog meer: het steunen van de armoede en nu en dan de scherpe klank van een mes dat gewet wordt. Je hoeft maar naar het Journaal te kijken om te zien hoeveel messen er op deze wereld gewet worden.
Ja, veel van die ouderwetse termen zijn wel degelijk op onze tijd van toepassing. Vers twee is wat je als gemiddeld mens met deze wetenschap aan kunt. Wij – u en ik – hebben zonder twijfel de volgende ambitie gemeen: we willen aan de kost komen en een rustig leven leiden. En onze kinderen moeten goed terecht komen. En dat het allemaal een beetje gezellig is en blijft. We hoeven niet zo nodig in de geschiedenisboekjes. We willen helemaal geen bekende Nederlander worden, laat staan een bekende wereldburger. Toch zijn het juiste zulke lui die onze eenvoudige verlangens steeds maar weer frustreren. Ze proberen ons mee te slepen in hun projecten. Ze sussen ons. Ze juinen ons op. Ze beweren beter te weten wat wij denken en willen dan wij zelf. En dan komen wij terecht in een avontuur dat het hunne is en niet het onze. Het zijn zulke avonturen die tijden historisch maken en gevaarlijk, juist voor wie zich mee heeft laten slepen. De aanvoerders hebben voor zichzelf meestal wel een veilig plekje gevonden. Denk daaraan als ze in de talkshows weer eens het hoogte woord voeren. En luisteren wij nu naar een lied van de wijze Cole Porter: Anything goes