Beluister hier de column

Lieve mensen, Capelle aan den IJssel, die prachtige slaapstad, heeft last van ratten. De gemeente plaatste  wat natuurlijk voor geen meter zoden aan de dijk zet. Er staan ook hier en daar grote borden met “niet voeren”. Daarmee probeert men twee vliegen in een klap te slaan. Want het geldt ook voor ganzen . Dat is bij mij in de buurt ook het geval. De Nijlganzen en de Canadese ganzen voeren in de vijvers tegenover mijn voorkamerraam hun bewind. Ratten zijn overal. Zij zijn in heel onze streek onvermijdelijke buren geworden.

Over het algemeen zijn de ganzen wel geliefd. Ze hebben hun uiterlijk mee. Zij brengen op verrassend grote schaal heel schattige jongen groot. Wie de Nijlganzen wat nader bekijkt, ontdekt al gauw dat ze minstens zo agressief zijn als de brutale meerkoeten. Aan de andere kant blijven paartjes net als zwanen hun leven lang bij elkaar. Daar kunnen wij moderne mensen dan weer een voorbeeld aan nemen. Canadese ganzen zijn over het algemeen goedaardig. Ze gaan niet zoals hun autochtone soortgenoten meteen tot de aanval over als je dicht bij ze in de buurt komt. Ze lopen op het gras langs het water de grazen. Ze doen geen vlieg kwaad.

Van ratten hebben wij mensen echter een afschuw. We haten ze. We gunnen ze geen ruimte, ja we zien zelfs graag dat de gemeente ze dood maakt. Eigenlijk is dat vreemd. Die ganzen liggen massaal te pronken in de vijver, een rat probeert juist zoveel mogelijk ongezien te blijven. Hij komt niet meteen op het brood af dat wij over het balkon gooien. Hij staat niet uren stokstijf onderaan de flats te wachten op een lekker beetje, zoals steeds meer reigers  doen, nee hij vult zijn bescheiden buikje pas als niemand hem ziet. “Wat niet weet, dat niet deert”, is het devies van de ratten. Het zijn buitengewoon intelligente beestjes die geen moeilijkheden zoeken. De mannetjes zijn een soort sultans die te midden van een hele harem leven. Tegelijk eisen ze niet op de manier van de Taliban het seksuele alleenrecht voor zichzelf op.

Voor zo’n grote familie op pad gaat, stuurt de sultan eerst een verkenner uit om te zien of alles wel veilig is. Ratten hebben een groot repertoire aan geluiden om met elkaar te communiceren. Als jij te besodemieterd bent om je voedselresten op de voorgeschreven manier in handen van het vuilnisophaalbedrijf te brengen, ruimen ratten die gratis en voor niets voor je op. Eigenlijk zijn het hele sympathieke beesten, vindt ook de Rotterdamse stadsgeneeskundige en kunstenaar Rinie Biemans. Als je ratten kwijt wil, moet je zorgen dat ze geen voedsel vinden en voor de rest is er niks aan te doen, zegt hij. Je kunt wel moordcampagnes opzetten maar ze zijn je toch te slim af. Je kunt beter leren een beetje van ratten te houden. Ook al hebben ze in tegenstelling tot de ganzen hun uiterlijk niet mee. Dat lijken ze ook wel te beseffen want als jij langs komt, houden ze zich liever schuil. Ze gaan hun eigen gang. Ze brengen hun kindertjes groot. En wat is daar nou tegen? Ooit in de vijftiende eeuw speelden ze een rol bij het verspreiden van de pestbacil maar dat is nou al eeuwen geleden. Dat kunnen we wel vergeten. Bovendien heb je de pest met antibiotica zo genezen. Nee, beter is het dat mooie boek van Maarten ‘t Hart over ratten nog eens te lezen als je in de omgeving sporen van die beesten aantreft. Wees maar blij trouwens dat ze een levensverwachting hebben van maar een paar jaar. Als ze net als wij een jaar of tachtig konden halen, dan zouden ze vast veel slimmer worden dan mensen. Geen goed plan. Maar voor zulke ontwikkelingen hoeven we niet bang te zijn. Leer leven met de ratten. Laten we er eentje uit die rat pack naar voren halen: Sammy Davis jr. don’t go to bed with no price on your head https://www.youtube.com/watch?v=5HNWhVXcjV8