Beluister hier de column

Lieve mensen, vandaag wil ik U meenemen naar Hendrik Ido Ambacht. Dat is een gemeente op het eiland IJsselmonde, waar men ondanks veel nieuwbouw het dorpse karakter toch heeft behouden. En natuurlijk de eigen onafhankelijkheid want een annexatie door de buurgemeentes Zwijndrecht of Ridderkerk is  niet denkbeeldig. Het is goed dat de bestuurders weerstand weten te bieden aan al die praatjes over de grotere bestuurskracht die zou ontstaan als je dorpen die al sinds de middeleeuwen hun eigen zaakjes bedisselen, bij elkaar veegt. Dat is vragen om moeilijkheden en die weet Hendrik Ido Ambacht te ontwijken.

Maar dezer dagen vindt er een dorpsruzie plaats die hoog is opgelopen. Het is een interessante zaak omdat het eigenlijk niet over een probleem op de vierkante centimeter gaat. Je kunt er overal  mee te maken krijgen.

De kwestie: vroeger waren gemeentes verplicht hun officiële mededelingen in een huis aan huis blad te  publiceren. Ze kwamen dan in ieder huishouden terecht en de krant verdiende daar een aardige cent mee. Zo steunde het College de vrije pers. Dat was een bijkomend voordeel.

Nu hoeft dat niet meer. Toen Ralph Lafleur van Gemeentebelangen, wethouder in Hendrik Ido Ambacht, dat ontdekte, zag hij een mogelijkheid tot bezuinigen. Hij plaatste de mededelingen niet langer in het huis-aan-huis-blad. De inwoners moesten maar op de website van de gemeente kijken. Daar stonden die mededelingen ook.

Dit schoot verschrikkelijk in het verkeerde keelgat van een raadslid met de geweldige naam Oene Doevendans. Hij vertegenwoordigt de partij Realistisch Ambacht. Oene was woedend. Hij uitte zich op heftige wijze. Moesten al die ouderen zonder internet het dan maar uitzoeken? Nu is  wethouder Lafleur op zijn beurt woedend. Hij vindt de kritiek van Oene Doevendans ongepast – jawel, ongepast – omdat er aan zijn besluit een uitgebreid participatieproces vooraf was gegaan. Een participatieproces ja wel!

Natuurlijk heeft onze Oene een punt. Genoeg mensen zitten niet dagelijks op het internet. Wat dat betreft bedrijft Lafleur verkeerde zuinigheid. Burgers die zich onvoldoende geïnformeerd vinden, kunnen bij een gemeentebestuur heel wat stokken in het wiel steken.

Een andere kwestie is of die officiële mededelingen wel zoveel opleveren. Bij mij in de gemeente worden ze ook gepubliceerd. In ambtelijk jargon en dat leidt net zo hárd tot misverstanden omdat lezers – als ze al door die woordenbrij heenkomen – er de verkeerde conclusies uit trekken. Zo maakte een tijdje terug een hele straat bij mij in de buurt zich zorgen over de komst van een keurige lunchroom omdat de omwonenden uit de officiële informatie van de gemeente ten onrechte de indruk kregen dat er tot laat in de avond muziek zou worden gemaakt. Nu zijn alle plooien gladgestreken en iedereen beschouwt die lunchroom als een aanwinst voor de hele straat maar de start was moeizaam.

Een aantal gemeentes laat dit soort officiële informatie overzetten naar gewone mensentaal. Daar hebben ze tenslotte communicatie adviseurs voor in dienst. Zo´n correcte vertaling in de taal van alledag is wat mij betreft belangrijker dan het plaatsen van al die informatie in het huis-aan-huis-blad. Wat heb je aan een tekst van de overheid die overkomt als een moeilijke puzzel.

Of zullen we gewoon weer een stadsomroeper nemen? Die hoeft niet meer met een ratel of een gong langs de straten te gaan. Die kan zijn verhaal op ons soort lokale zenders doen. Mooie titel voor een programma: de dorpsomroeper. Donna Summer: shout it out https://www.youtube.com/watch?v=694VGl_mMbk